...

Italiaanse auteurs hebben een retrospectieve studie uitgevoerd van de patiënten bij wie tussen 1973 en 2011 een ovariumkanker was gediagnosticeerd voor de leeftijd van 19 jaar. Ze hebben daarvoor de SEER-gegevens (Surveillance, Epidemiology and End Results) van het nationale kankerinstituut doorgenomen. Van de 806 patiënten hebben er 28 (3,47%)een tweede primaire kanker ontwikkeld na een ovariumkanker. De groep liep een hoger risico op vaste tumoren (gestandaardiseerde incidentieverhouding - SIR - 1,85) en maligne bloedziekten (SIR 5,28) dan de algemene bevolking. De SIR was het hoogst voor keelkanker, endocriene tumoren, lymfomen en leukemie. Alle lymfeklier- en hematologische kankers (4,55) en meer bepaald lymfoom (2,46) en acute myeloïde leukemie (2,29) hadden een hoger risico. Een significante SIR voor primaire vaste tumoren werd genoteerd 2 tot 11 maanden en 5 tot 9 jaar na de diagnose van ovariumkanker, respectievelijk 17,13 (p < 0,05) en 7,03 (p < 0,05). Alle gevallen van lymfoom werden minstens tien jaar na de diagnose van ovariumkanker (SIR 6,63, p < 0,05) gediagnosticeerd. Volgens de auteurs was het risico op secundaire vaste tumoren tweemaal hoger. Het risico op bloedkanker was vijfmaal hoger en het risico op acute myeloïde leukemie was 20-maal hoger.