...

De veiligheidsmonitoringscommissie voerde een evaluatie uit nadat 40, 70 en 100 patiënten minstens één behandelingscyclus hadden vervolledigd. De derde veiligheidsanalyse toonde een dermate slechtere mediane algemene overleving in de cisplatine-fluorouracil-panitumumabgroep tegenover de cisplatine-fluorouracilgroep [HR 1,77; 95% CI: 1,06-2,98; P= 0,028], en een dermate verhoging van de chemotherapiegerelateerde ernstige bijwerkingen, die aanleiding gaven tot onderbreken van de behandeling, dat de trial vroegtijdig werd stopgezet.In de uiteindelijke analyse bedroeg de mediane algemene overleving 10,2 tegenover 9,4 maanden voor de groep met cisplatine-fluorouracil tegenover de cisplatine-fluorouracil-panitumumabgroep (HR 1,17; 95% CI 0,79-1,75; P = 0,43). De mediane progressievrije overleving was vergelijkbaar voor beide groepen (5,8 tegenover 5,3 maanden, HR 1,21, 95% CI 0,85-1,73, P = 0,29). In de groep met cisplatine-fluorouracil waren de meeste overlijdens te wijten aan progressie van de aandoening, terwijl dit veel minder het geval was in de cisplatine-fluorouracil-panitumumabgroep [44/49 (90%) overlijdens in de cisplatine-fluorouracilgroep tegenover 34/51 (67%) overlijdens in de cisplatine-fluorouracil-panitumumabgroep]. Men noteerde een identiek aantal objectieve responsen [27/73 (37,0%)] in beide groepen. De meest voorkomende bijwerkingen waren vermoeidheid (61,4% van de patiënten, behandeld met cisplatine-fluorouracil-panitumumab tegenover 52,8% van de patiënten, behandeld met cisplatine-fluorouracil, P = 0,3142), nausea (54,3% tegenover 47,2%), daling van de neutrofielen (37,1% tegenover 33,3%), anemie (35,7% tegenover 33,3%) en stomatitis (35,7% tegenover 29,2%). De meest voorkomende ernstige bijwerkingen waren nierbeschadiging [3 (4,3%) tegenover 7 (9,7%)], achteruitgang van de algemene toestand [5 (7,1%) tegenover 5 (6,9%)] en dysfagie [4 (5,7%) tegenover 4 (5,6%)] in de cisplatine-fluorouracil-groep tegenover de cisplatine-fluorouracil-panitumumab groep respectievelijk. Graad 5-bijwerkingen waren merkelijk minder frequent in de cisplatine-fluorouracilgroep dan in de groep met cisplatine-fluorouracil-panitumumab [drie (4,3 %) tegenover 17 (23,6 %)].Moehler, M., Maderer, Thuss-Patience, T.P. et al:Cisplatin and 5-fluorouracil with or without epidermal growth factor receptor inhibition panitumumab for patients with non-resectable, advanced or metastatic oesophageal squamous cell cancer: a prospective, open-label, randomised phase III AIO/EORTC trial (POWER). Annals of Oncology 2020, Volume 31, Issue 2: 228 - 235. https://doi.org/10.1016/j.annonc.2019.10.018