...

De studie werd uitgevoerd bij 20.026 patiënten bij wie tussen 1970 en 1999 een diagnose van kanker werd gesteld voor de leeftijd van 21 jaar en die de kanker gedurende minstens vijf jaar hadden overleefd. De mediane leeftijd op het ogenblik dat de diagnose werd gesteld, was 7,0 jaar (spreiding 0-20 jaar) en de mediane follow-up was 26 jaar (spreiding 5-44 jaar). De bestraling van de milt werd geraamd aan de hand van een gemiddelde directe of indirecte dosis op het linkerbovenkwadrant van het abdomen. Binnen vijf jaar na de diagnose hadden 1.354 overlevenden (6,8%) een splenectomie ondergaan en 9.442 (46%) radiotherapie van de milt zonder splenectomie. In het totaal zijn 62 patiënten overleden aan een late infectie. Van die 62 patiënten hadden er 55 een splenectomie of radiotherapie van de milt ondergaan.De cumulatieve sterfte aan infectie op de leeftijd van 35 jaar was 1,5% na een splenectomie, 0,6% na bestraling van de milt en 0,2% bij de patiënten die geen interventie op de milt hadden ondergaan. Bij multivariate analyse correleerde een splenectomie met een hogere sterfte als gevolg van een late infectie (relatief risico = 7,7, p < 0,001). Na radiotherapie van de milt steeg het risico met de dosis: RR = 2,0 (p = 0,08) met 0,1 tot 9,9 Gy, RR = 5,5 ( p = 0,001) met 10 tot 19,9 Gy en RR = 6,0 (p = 0,004) met ≥ 20 Gy. Chemotherapie met een alkylerend middel in een hoge dosering (equivalente dosering van cyclofosfamide) correleerde ook met een hoger overlijdensrisico als gevolg van een infectie (RR = 1,9, p = 0,018).Weil BR et al. Late Infection-Related Mortality in Asplenic Survivors of Childhood Cancer: A Report From the Childhood Cancer Survivor Study. DOI: 10.1200/JCO.2017.76.1643 Journal of Clinical Oncology - Online gepubliceerd voor de papieren versie op 17 april 2018. http://ascopubs.org/doi/abs/10.1200/JCO.2017.76.1643?journalCode=jco