In deze gerandomiseerde, multicentrische Scandinavische fase II-studie werd preoperatieve neoadjuvante chemotherapie vergeleken met preoperatieve neoadjuvante chemoradiotherapie bij 181 patiënten met een reseceerbaar adenocarcinoma of plaveiselcelcarcinoom van de slokdarm of gastro-oesofageale junctie.
...
De chemotherapie (91 patiënten) bestond uit drie cycli (met een interval van drie weken) van cisplatine 100 mg/m2 op dag 1 en fluorouracil 750 mg/m2 /24 uur gedurende dag 1-5. Bij de chemoradiotherapiegroep (90 patiënten) werd tijdens de tweede en derde cyclus 40 Gy (2 Gy/ dag in 20 fracties, vijf dagen per week) toegediend. De slokdarmresectie met lymfadenectomie (twee velden) vond telkens plaats vier tot zes weken na deze adjuvante behandeling.Alhoewel de initiële resultaten frequenter een volledige histopathologische respons aantonen van de primaire tumor in de chemoradiotherapiegroep (28% versus 9%) tonen de langetermijnresultaten geen betere overleving.De mediane algemene overleving was 31,4 maanden (95% CI 20,9-60,0) bij patiënten in de chemoradiotherapiegroep en 36,0 maanden (95% CI 22,4-59,6) bij patiënten in de chemotherapiegroep. Deze mediane algemene overleving was merkelijk lager bij patiënten met adenocarcinoma (30,8 maanden (95% CI 20,6-52,3)) dan bij patiënten met plaveiselcelcarcinoom (60,0 maanden (95% CI 23,7-60,0), P = 0,48). De algemene overleving na vijf jaar bedroeg 42,2% (95% CI 31,9%-52,1%) in de chemoradiotherapiegroep en 39,6% (95% CI 29,5%-49,4%) in de chemotherapiegroep, P = 0,60. De progressievrije overleving na vijf jaar bedroeg 38,9% (95% CI 28,9%-48,8%) in de chemoradiotherapiegroep en 33,0% (95% CI 23,6%-42,7%) in de chemotherapiegroep, P = 0,82. Ook de mediane progressievrije overleving was aanzienlijk minder bij patiënten met adenocarcinoma 19,5 maanden (95% CI 13,6-33,7) dan bij patiënten met plaveiselcelcarcinoom 49,4 maanden (95% CI 20,9-60,0), P = 0,17.In de chemoradiotherapiegroep werden aanzienlijk meer postoperatieve complicaties genoteerd (9% versus 1%, P = 0,02) onder vorm van lekkage van de anastomose, ademhalingsproblemen, aorto-oesofageale fistel, necrose van de maag en multipel orgaanfalen.Gezien het hoger risico op bijwerkingen en geen betere overlevingskansen (ondanks een betere tumorrespons op het ogenblik van resectie) kan adjuvante radiotherapie niet aanbevolen worden als een standaardbehandeling.Von Döbeln, G.A., Jacobsen, A. B., Johannessen, H.O. et all: Neoadjuvant chemotherapy versus neoadjuvant chemoradiotherapy for cancer of the esophagus or gastroesophageal junction: long-term results of a randomized clinical trial: Diseases of the Esophagus (2018) 0, 1-11. DOI: 10.1093/dote/doy078.