...

Vraag: "Als een test voor het opsporen van een ziekte waarvan de prevalentie 1/1.000 bedraagt, 5% foutpositieve uitkomsten geeft, wat is dan de waarschijnlijkheid dat iemand de ziekte effectief heeft als het testresultaat positief is (in de veronderstelling dat u niets afweet van de symptomen en de tekenen van de ziekte)?" De juiste berekening is als volgt (in de veronderstelling dat de test een gevoeligheid heeft van 100%): prevalentie gedeeld door de som van de prevalentie en het percentage foutpositieve uitkomsten (in dezelfde eenheden) of (0,001)/(0,051). Dat geeft een positief voorspellende waarde (PVW) van 1,96%. De auteurs hebben 1,96%, 2% of minder dan 2% aanvaard als correcte antwoorden. Van de 61 deelnemers konden er 14 (23%) een aanvaardbaar antwoord geven. De antwoorden varieerden van '0,005%' tot '96%' (mediane waarde 66%, dus 33 keer hoger dan het juiste antwoord). De meeste artsen en studenten geneeskunde van het desbetreffende ziekenhuis in Boston konden volgens de auteurs dus de PVW niet berekenen. De frequentste fout was een sterke overschatting van de PVW. Dat heeft belangrijke implicaties voor de diagnose en de behandeling. De auteurs pleiten er dan ook voor om de studenten tijdens hun opleiding een cursus statistiek te geven. Maar goed dat de studie werd uitgevoerd in Boston, en niet in België. Toch?Manrai AK et al. Medicine's uncomfortable relationship with math calculating positive predictive value. JAMA Intern Med. Online gepubliceerd op 21 april 2014.