...

Een retrospectieve studie bij 50 consecutieve patiënten met een stadium IV-slokdarmcarcinoom, die nog nooit radio- of chemotherapie hadden gekregen, gerekruteerd tussen april 2008 en december 2014 in een universitair ziekenhuis, toont de veiligheid en verbetering van de dysfagiescore aan van gecombineerde chemoradiotherapie. De meeste patiënten (86%) kregen een totale stralingsdosis van 50 Gy en eveneens 86% van hen kregen als chemotherapie de combinatie 5-fluorouracil (5-FU) en cisplatinum. De rest kreeg een schema met 5-FU en nedaplatinum en een patiënt kreeg 5-FU in monotherapie.De respons van de primaire tumor (complete en partiële) bedroeg 80%. Vier patiënten vertoonden stabilisatie van de ziekte. De algemene respons, gebaseerd op zowel meetbare primaire als metastatische lokalisatie, bleek compleet bij één patiënt en partieel bij 21. Uiteindelijk ontwikkelden 76% van de patiënten progressieve ziekte, maar allemaal op lokalisatie buiten het stralingsveld. Na een mediane follow up van 9,4 maanden vanaf het starten van chemoradiotherapie waren de mediane ziektevrije overleving en de totale overleving respectievelijk 4,7 en 12,3 maanden.De dysfagiescore bleek verbeterd bij 72% van de patiënten na chemoradiotherapie en bij 28% bleef de score gelijk. De mediane dysfagiescore voor therapie was 2 en nadien 1. Dit verschil was significant (p < 0,0001).Als complicaties weerhield men hematologische toxiciteit graad 3 en 4 en deze omvatten leukopenie (46%), neutropenie (46%), anemie (6%), thrombocytopenie (4%) en febriele neutropenie (10%). Deze situaties konden vlot worden behandeld. Niet-hematologische toxiciteit van graad 3 en 4 bestond voornamelijk uit anorexie (4%), hyponatriëmie (16%) en vermoeidheid (4%). Bij de niet-hematologische toxiciteit te wijten aan de radiotherapie werden voor alle graden oesofagitis in 31 gevallen, pneumonitis bij acht en pericardiale effusie bij zes patiënten vastgesteld. Als zeer ernstige en levensbedreigende complicatie bleek er een oesofago-bronchiale fistel te zijn bij twee patiënten 42 en 44 dagen na de chemoradiotherapie, zonder dat er ziekteprogressie was. Eén patiënt ontwikkelde de fistel na ziekteprogressie en dit wordt niet als therapiegerelateerd beschouwd. Deze drie patiënten overleden uiteindelijk als gevolg van een pneumonie. De auteurs besluiten dat palliatieve radiochemotherapie een veilige behandeling is voor stadium IV slokdarmcarcinoom, die bovendien bijdraagt tot het verbeteren van de dysfagieklachten. Ze stellen voor om een prospectieve studie te verrichten om het exacte effect van de associatie van palliatieve radiotherapie met chemotherapie te evalueren.Clinical evaluation of palliative chemoradiotherapy for metastatic esophageal cancer. Ueda H et al. Oncotarget 2017 May 17. Doi : 10.18632/oncotarget 17925 (elektronische gepubliceerd voor geprinte versie)