...

In 81,6% van de gevallen ging het om een adjuvante behandeling. Het primaire eindpunt van de meta-analyse was de ziektevrije overleving (DFS). De analyses werden uitgevoerd op de totale patiëntenpopulatie en in twee vooraf gespecificeerde subpopulaties (capecitabine toegediend 'boven op' [7 studies, n = 9.421] of 'in plaats van' [5 studies, n = 6.032] een andere behandeling). Capecitabine verbeterde de ziektevrije overleving in de totale patiëntenpopulatie niet significant (HR 0,952; p = 0,115) en ook niet als het werd gebruikt 'in plaats van' (HR 1,035; p = 0,455). Het verbeterde de ziektevrije overleving wel licht als het werd toegediend 'boven op' een andere behandeling (HR 0,888; p = 0,005). Het verschil is echter enkel toe te schrijven aan één enkele, niet zo grote studie (CreateX, n = 887, 217 evenementen), waarin een significant verschil in ziektevrije overleving werd vastgesteld.Capecitabine verbeterde de totale overleving in de totale patiëntenpopulatie significant (HR 0,892; p = 0,005). Bij analyse van de vooraf gespecificeerde subgroepen verbeterde capecitabine de totale overleving significant bij toediening 'boven op' (HR 0,837; p = 0,001), maar niet bij toediening 'in plaats van' een andere behandeling (HR 0,957; p = 0,450).Triple negatieve borstkankerBij analyse van de gegevens volgens het biologische subtype (HR+/HER2-; triple negatief; HER2+) verbeterde capecitabine de ziektevrije overleving significant bij patiënten met een triple negatieve borstkanker (HR 0,886; p = 0,040). Capecitabine verbeterde de ziektevrije overleving significant bij toediening 'boven op' (HR 0,818; p = 0,004), maar niet bij toediening 'in plaats van' (HR 1,067; p = 0,278). Het statistisch significante verschil bij toediening van capecitabine 'boven op' is vooral toe te schrijven aan de resultaten van twee studies (Createx en FinXX), waarin een statistisch significant verschil werd waargenomen. Capecitabine verbeterde de totale overleving significant in de totale patiëntenpopulatie (HR 0,828; p = 0,008) en bij toediening van capecitabine 'boven op' (HR 0,778; p = 0,004). Opnieuw werd enkel in de studies CreateX en FinnXX een significant verschil waargenomen.Een significante correlatie tussen de bijwerkingen en de gunstige effecten van capecitabine werd niet vastgesteld. De auteurs concluderen dat capecitabine kan worden overwogen in het kader van een neoadjuvante en adjuvante combinatietherapie bij patiënten met een triple negatieve borstkanker. Het verschil is vooral toe te schrijven aan de resultaten van twee vrij kleine studies (1.194 patiënten van wie 498 met een triple negatieve borstkanker). Er is dus nood aan prospectieve studies die capecitabine in combinatie met carboplatine of andere systemische geneesmiddelen evalueren bij patiënten met een triple negatieve borstkanker.