De RIGHT Choice-studie is een gerandomiseerde fase II-studie uitgevoerd bij 222 pre- of perimenopauzale vrouwen (mediane leeftijd 43,5 jaar) met een gevorderde, agressieve HR+/HER2- borstkanker (symptomatische viscerale metastasen of metastasen elders, snelle progressie en situatie van viscerale crisis) die nog geen systemische behandeling hadden gekregen. 122 vrouwen werden behandeld met een CDK4/6-remmer (ribociclib 600 mg/d, 3 weken ON/1 week OFF) + een hormoontherapie (letrozol of anastrozol en gosereline). 110 vrouwen werden behandeld met chemotherapie naar keuze van de arts (docetaxel + capecitabine, paclitaxel + gemcitabine of capecitabine + vinorelbine).

Statistisch en klinische significante resultaten

Na een mediane follow-up van 24,1 maanden werden 45,5% van de patiënten in de 'ribociclib + hormoontherapie'-groep en 23,6% van de patiënten van de chemotherapiegroep nog altijd behandeld. De mediane PFS (primair eindpunt) was significant langer in de 'ribociclib + hormoontherapie'-groep dan in de chemotherapiegroep: respectievelijk 24,0 en 12,3 maanden (HR 0,54; p = 0,0007).

De mediane tijd tot mislukken van de behandeling was bijna tweemaal langer in de 'ribociclib + hormoontherapie'-groep (respectievelijk 18,6 en 8,5 maanden; HR, 0,45).

De mediane totale overleving was nog niet bereikt.

Het totale percentage objectieve respons was vergelijkbaar in de twee groepen (respectievelijk 65,2% en 60,0%).

Er zijn geen nieuwe veiligheidsproblemen opgetreden met ribociclib. Het aantal ernstige aan de behandeling gerelateerde bijwerkingen was lager in de 'ribociclib + hormoontherapie'-groep dan in de chemotherapiegroep (1,8 vs. 8,0%). Ook het aantal patiënten dat de behandeling om die reden heeft stopgezet, was lager (7,1 vs. 23,0%).

Lessen trekken?

Patiënten met een gevorderde HR+/HER2- borstkanker met een hoge tumorlast of tekenen van een agressieve tumor worden over het algemeen behandeld met chemotherapie (één of meer cytostatica) teneinde de tumorgroei beter onder controle te krijgen. Volgens deze studie zou een eerstelijnstherapie met een combinatie van ribociclib + hormoontherapie een betere keuze kunnen zijn: langere progressievrije overleving en minder bijwerkingen.

Naar de presentatie van Yen-Shen Lu, Taipei, Taiwan, SABCS 2022, abstract GS1-10

De RIGHT Choice-studie is een gerandomiseerde fase II-studie uitgevoerd bij 222 pre- of perimenopauzale vrouwen (mediane leeftijd 43,5 jaar) met een gevorderde, agressieve HR+/HER2- borstkanker (symptomatische viscerale metastasen of metastasen elders, snelle progressie en situatie van viscerale crisis) die nog geen systemische behandeling hadden gekregen. 122 vrouwen werden behandeld met een CDK4/6-remmer (ribociclib 600 mg/d, 3 weken ON/1 week OFF) + een hormoontherapie (letrozol of anastrozol en gosereline). 110 vrouwen werden behandeld met chemotherapie naar keuze van de arts (docetaxel + capecitabine, paclitaxel + gemcitabine of capecitabine + vinorelbine).Statistisch en klinische significante resultatenNa een mediane follow-up van 24,1 maanden werden 45,5% van de patiënten in de 'ribociclib + hormoontherapie'-groep en 23,6% van de patiënten van de chemotherapiegroep nog altijd behandeld. De mediane PFS (primair eindpunt) was significant langer in de 'ribociclib + hormoontherapie'-groep dan in de chemotherapiegroep: respectievelijk 24,0 en 12,3 maanden (HR 0,54; p = 0,0007). De mediane tijd tot mislukken van de behandeling was bijna tweemaal langer in de 'ribociclib + hormoontherapie'-groep (respectievelijk 18,6 en 8,5 maanden; HR, 0,45). De mediane totale overleving was nog niet bereikt.Het totale percentage objectieve respons was vergelijkbaar in de twee groepen (respectievelijk 65,2% en 60,0%).Er zijn geen nieuwe veiligheidsproblemen opgetreden met ribociclib. Het aantal ernstige aan de behandeling gerelateerde bijwerkingen was lager in de 'ribociclib + hormoontherapie'-groep dan in de chemotherapiegroep (1,8 vs. 8,0%). Ook het aantal patiënten dat de behandeling om die reden heeft stopgezet, was lager (7,1 vs. 23,0%).Lessen trekken?Patiënten met een gevorderde HR+/HER2- borstkanker met een hoge tumorlast of tekenen van een agressieve tumor worden over het algemeen behandeld met chemotherapie (één of meer cytostatica) teneinde de tumorgroei beter onder controle te krijgen. Volgens deze studie zou een eerstelijnstherapie met een combinatie van ribociclib + hormoontherapie een betere keuze kunnen zijn: langere progressievrije overleving en minder bijwerkingen. Naar de presentatie van Yen-Shen Lu, Taipei, Taiwan, SABCS 2022, abstract GS1-10