Vermits reeds voldoende aangetoond is dat toevoeging van palbociclib aan de endocriene therapie, de progressievrije overleving verbetert bij hormoonreceptor-positieve HER2-negatieve gemetastaseerde borstkanker, wordt in deze multicentrische open-label gerandomiseerde fase 3-studie nagegaan of het zin heeft palbociclib reeds vanaf het begin toe te voegen bij stadium II-III, hormoonreceptor-positieve HER2-negatieve borstkanker.
...
Gedurende twee jaar werd bij 2.883 patiënten palbociclib (125 mg per oraal eenmaal daags op dag 1-21 van een 28-daagse cyclus) toegevoegd aan de klassieke endocriene therapie (tamoxifen of aromatase-inhibitor) en 2.877 patiënten werden behandeld met enkel endocriene therapie.Na een mediane follow-up van 23,7 maand noteerde men bij 170 van de 2.883 patiënten van de groep met palbociclib plus endocriene behandeling en bij 181 van de 2.877 patiënten uit de groep met enkel endocriene behandeling een invasief ziektevrij overlevingsvoorval. 230 (65,5%) van de 351 invasieve ziektevrije overlevingsvoorvallen waren metastasen op afstand (114 in de groep met palbociclib plus endocriene therapie tegenover 116 in de groep met enkel endocriene behandeling). Bijgevolg was er geen significant verschil wat betreft invasieve ziektevrije overleving tussen beide groepen met een 3-jaars invasieve ziektevrije overleving van 88,2% in de groep met palbociclib plus endocriene therapie, en 88,5% in de groep met enkel endocriene therapie (HR 0,93 [95% CI 0,76-1,15]; log-rank p=0,51).Ook de overleving zonder metastasen op afstand was niet verschillend na drie jaar: deze bedroeg 89,3% in de groep met palbociclib plus endocriene therapie tegenover 90,7 in de groep met endocriene behandeling (HR 1,00 [95% CI: 0,79-1,27]; log-rank p=0,9997). De meest voorkomende bijwerkingen van graad 3-4 waren neutropenie (1.742 [61,3%] van de 2.840 patiënten uit de groep met palbociclib plus endocriene behandeling tegenover 11 [0,3%] van de 2.903 van de groep met endocriene therapie alleen), leukopenie (857 [30,2%] tegenover drie [0,1%]), en vermoeidheid (60 [2,1%] tegenover tien [0,3%]). Febriele neutropenie was eerder zeldzaam (28 [1,0%] patiënten in de groep met palbociclib plus endocriene behandeling tegenover negen [0,0%] in de groep met endocriene therapie alleen). Ernstige bijwerkingen traden op bij 351 (12,4%) van de 2.840 patiënten in de groep met palbociclib plus endocriene behandeling tegenover 220 (7,6%) van de 2.903 patiënten in de groep met endocriene therapie alleen. De meest voorkomende ernstige bijwerkingen waren weefselinfectie (1,7% van de patiënten in de groep met palbociclib plus endocriene behandeling tegenover 1,0% van de groep met endocriene therapie alleen), en bovensteluchtweginfectie (0,8% tegenover 0,1%). Behandelingsgerelateerde overlijdens werden niet weerhouden.Mayer, E. L., Dueck, A. C., Martin, M. et all: Palbociclib with adjuvant endocrine therapy in early breast cancer (PALLAS): interim analysis of a multicentre, open-label, randomised, phase 3 study. Lancet Oncol 2021; 22: 212-22. Published Online January 15, 2021. https://doi.org/10.1016/ S1470-2045(20)30642-2.