...

De CALGB/SWOG 80405-studie werd aanvankelijk uitgevoerd bij patiënten met een gemetastaseerde colorectale kanker ongeacht of het KRAS-gen al dan niet gemuteerd was. De patiënten kregen chemotherapie, in casu FOLFIRI (irinotecan/5-FU/leucovorin) of mFOLFOX6 (oxaliplatine/5-FU/leucovorin), en werden gerandomiseerd naar een behandeling met cetuximab, bevacizumab of een combinatie van beide gerichte geneesmiddelen.Amendering van de studie Nadat werd aangetoond dat de doeltreffendheid van de behandeling afhangt van de mutatietoestand van het KRAS-gen, werd het studieprotocol gewijzigd en werden alleen nog patiënten zonder mutatie van codon 12 en 13 van het KRAS-gen (KRAS wt of wild type) in de studie opgenomen. De groep die werd behandeld met een combinatie van cetuximab, bevacizumab en chemotherapie, werd overigens stopgezet. Uiteindelijk werden 1137 patiënten (333 uit de initiële studie en 804 die werden opgenomen na aanpassing van het studieprotocol) gerandomiseerd naar chemotherapie plus bevacizumab of chemotherapie plus cetuximab. De keuze van het chemotherapieschema werd overgelaten aan de arts (26,6% van de patiënten heeft FOLFIRI gekregen en 73,4% FOLFOX). Het primaire eindpunt van de studie was de totale overleving.Eerste resultaten zonder winnaar De resultaten die op het congres van de ASCO dit jaar werden gepresenteerd, waren de resultaten na een follow-up van 24 maanden. De mediane totale overleving bedroeg 29,04 maanden in de chemotherapie-bevacizumabgroep en 29,93 maanden in de chemotherapie-cetuximabgroep (p = 0,34). Er was evenmin een verschil in progressievrije overleving: de PFS bedroeg 10,84 maanden in de chemotherapie-bevacizumabgroep en 10,45 maanden in de chemotherapie-cetuximabgroep.Het hele RAS-systeem onderzoeken Inmiddels had de FIRE-3-studie geleerd dat het belangrijk is niet alleen mutaties van het KRAS-gen op te sporen, maar mutaties van het hele RAS-gensysteem. In de FIRE-3-studie verhoogde cetuximab immers de totale overleving (secundair eindpunt in die studie), maar alleen bij de patiënten met een tumor zonder RAS-mutatie. Het was dan ook interessant die oefening over te doen in de Amerikaanse studie. Daarom werd bij de patiënten in de CALGB/SWOG 80405-studie gezocht naar mutaties van de exonen 3 en 4 van het KRAS-gen en de exonen 2, 3 en 4 van het NRAS-gen.Vergelijkbare OS en PFS, hoger responspercentage met cetuximab De resultaten werden gepresenteerd tijdens een zeer geanimeerde sessie. De totale overleving was nog toegenomen en bedroeg nu meer dan 30 maanden. Er werd echter geen verschil tussen de twee behandelingsgroepen waargenomen: 32 maanden in de chemotherapie-cetuximabgroep en 31,2 maanden in de chemotherapie-bevacizumabgroep. Er werd evenmin een verschil in PFS gezien. Figuur 1 Totale overleving bij de patiënten met een tumor zonder RAS-mutatieHet responspercentage in de 'uitgebreide RAS-populatie' was echter hoger met cetuximab dan met bevacizumab. Het ORR was 68,6% in de eerste groep en 53,6% in de tweede. Dat verschil was statistisch significant (p < 0,01). Figuur 2 ResponspercentageLevendige discussie Tijdens de discussie werd gezegd dat het nog niet duidelijk is wat de beste eerstelijnstherapie is bij een gemetastaseerde colorectale kanker en dat die onder meer afhangt van de kenmerken van de patiënt. Volgens prof. Alberto Sobrero (Milaan) is het nog wat te vroeg om definitieve conclusies te trekken uit de CALGB/SWOG 80405-studie. Volgens prof. Fortunato Ciardiello (Napels) moeten we ook rekening houden met de therapeutische doelstellingen: inkrimping van het tumorvolume, mogelijkheid tot chirurgische resectie van levermetastasen en de symptomen. "Tegen die achtergrond moet cetuximab waarschijnlijk de eerste keuze blijven bij patiënten met een RAS wt tumor", concludeerde hij.