Het risico op recidief is bijzonder hoog bij vrouwen met een triple negatieve borstkanker en bij vrouwen met een residuele ziekte na neoadjuvante chemotherapie. Opsporing van circulerend tumoraal DNA of ctDNA, een marker van residuele ziekte, zou kunnen helpen om het risico op recidief te voorspellen.
...
De analyse omvatte de plasmastalen van 142 patiënten die hadden deelgenomen aan de BRE12-158-studie, een fase 2-studie die werd uitgevoerd bij 196 vrouwen die werden geopereerd wegens een triple negatieve borstkanker en die preoperatief chemotherapie hadden gekregen. In de studie werd een behandeling op geleide van de waargenomen genetische afwijkingen vergeleken met een behandeling die werd overgelaten aan de arts.Na een mediane follow-up van 17,2 maanden correleerde detectie van ctDNA significant met een geringere overleving zonder metastasen op afstand (DDFS): mediane overleving van 32,5 maanden versus nog niet bereikt op het ogenblik van de analyse bij de patiënten zonder ctDNA. De overleving zonder metastasen op afstand na 24 maanden was 56% bij de patiënten met ctDNA en 81% bij de patiënten zonder ctDNA.Bij multivariate analyse en na controle voor factoren zoals de leeftijd, het ras, de residuele tumorbelasting, de grootte, de graad en het stadium van de tumor en lymfeklierinvasie correleerde de detectie van ctDNA nog altijd met een lagere overleving zonder metastasen op afstand. Het risico van recidief op afstand was driemaal hoger bij de patiënten met ctDNA dan bij de patiënten zonder ctDNA (HR 2,99; 95% BI 1,38-6,48; p = 0,0055). Hoe hoger de concentratie ctDNA, hoe groter het risico op recidief.De studie heeft ook de impact van detectie van circulerende tumorcellen (CTC) onderzocht. 90% van de vrouwen zonder ctDNA en zonder CTC na een neoadjuvante chemotherapie vertoonde na twee jaar geen enkel teken van kanker.Detectie van ctDNA correleerde ook met een minder goede ziektevrije overleving (recidief ongeacht het type, heterolaterale kanker en overlijden, HR 2,67, 95% BI 1,28-5,57, p = 0,0089) en een minder goede totale overleving (HR 4,16, 95% BI 1,66-10,42, p = 0,0024). Bij patiënten met ctDNA was de sterfte ongeacht de doodsoorzaak 4,1-maal hoger dan bij patiënten zonder ctDNA.De studie toont dus aan dat het risico op recidief groter is en de overleving minder goed bij patiënten met een triple negatieve borstkanker bij wie ctDNA wordt gedetecteerd na een neoadjuvante behandeling. Dit jaar nog start een klinische studie om de waarde van detectie van ctDNA bij het bepalen van het therapeutische beleid te evalueren bij patiënten die een hoog risico lopen op recidief.