...

De auteurs van deze Scandinavische studie hebben 31.723 mensen gevolgd die als kind (? 1 jaar) kanker hadden overleefd. De totale follow-up bedroeg 418.528 persoonsjaren (mediane follow-up 10 jaar, spreiding 0-42 jaar). Van de overlevenden hebben er 3.292 contact gehad met een ziekenhuis wegens endocriene afwijkingen tegenover 694 in de controlegroep. De gestandaardiseerde verhouding van de frequentie van ziekenhuisopname (SHRR) bedroeg 4,8 (95% BI = 4,6-5,0). Bij mannen bedroeg de SHRR 6,0 (95% BI = 5,6-6,4) en bij vrouwen 4,0 (95% BI = 3,8-4,3). De frequentie van ziekenhuisopname bij de mensen die als kind kanker hadden overleefd, bedroeg 787 per 100.000 persoonsjaren (tegen een verwachte frequentie van 166/100.000 persoonjaren). Het absolute risico bedroeg dus 621/100.000 persoonsjaren). Het risico was het hoogst bij de patiënten die als kind leukemie (SHRR = 7,3; 95% BI = 6,7-7,9), een hersentumor (SHRR = 6,6; 95% BI = 6,2-7,0) of een ziekte van Hodgkin (SHRR = 6,2; 95% BI = 5,6-7,0) hadden overleefd. De SHRR was 5,0 (95% BI = 4,1-6,0) bij patiënten die als kind een neuroblastoom hadden overleefd. Die frequentie bedroeg 4,0 (95% BI = 3,4 - 4,7) in geval van een non-Hodgkinlymfoom en 1,8 (95% BI = 1,3 - 2,5) in geval van een retinoblastoom. Patiënten bij wie een kanker was gediagnosticeerd tussen de leeftijd van vijf en negen jaar, liepen het hoogste cumulatieve risico om endocriene afwijkingen te ontwikkelen: 35% op de leeftijd van 40 jaar en 43% op de leeftijd van 60 jaar. Een verminderde werking van de hypofyse (SHRR=88,0), hypothyreoïdie (SHRR=9,9) en een disfunctie van de teelballen (SHRR=42,5) of de ovaria (SHRR=4,7) waren goed voor 61% van de endocriene afwijkingen die in de studie werden geregistreerd.De Fine Licht S et al. Hospital contacts for endocrine disorders in Adult Life after Childhood Cancer in Scandinavia (ALiCCS): a population-based cohort study. The Lancet 2014; Early Online Publication, 18 February 2014.