Sinds de zesde staatshervorming vindt een kat haar jongen niet terug in het vaderlandse institutionele kluwen. Dat geldt a fortiori voor de gezondheidszorg. Het spreekt vanzelf dat staatkundige anarchie mee ten grondslag lag aan het non-beleid tijdens de eerste covidgolf. Het lijkt al een eeuwigheid geleden maar op een bepaald moment zochten zes ministers in verspreide slagorde mondmaskers. En dat tijdens een acute crisis waarin snelheid en eenheid van commando doorslaggevend waren.

Ministers scoorden slecht in de Artsenkrant-bevraging bij leidinggevenden uit de ziekenhuizen (AK 2650). Dat geldt voor de federale excellenties De Block en De Backer maar al helemaal voor Vlaams minister Wouter Beke. Hij hing aan het staartje. In het kielzog daarvan deden ook federale instellingen zoals Sciensano het merkelijk beter dan pakweg het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid.

In de perceptie van de ziekenhuisdirecteurs functioneerde het Vlaamse niveau nog slechter dan het federale

In de perceptie van de ziekenhuisdirecteurs functioneerde het Vlaamse niveau dus nog slechter dan het federale. Allicht verklaart dat waarom een verrassend hoog aantal leidinggevenden voorstander is van een herfederalisering van de gezondheidszorg. Het is niet dat men alles koste wat het kost terug naar het Belgische niveau wil tillen. Wel vragen ziekenhuisdirecties - en de hele sector - een efficiënt georganiseerde gezondheidszorg met een helder gestructureerde ziekteverzekering.

Vlaams-nationalistische partijen maken geen deel uit van deze regering. Toch is het zo goed als uitgesloten dat bevoegdheden in de gezondheidszorg geherfederaliseerd zouden worden. Gematigde regionalisten - vicepremier en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke bijvoorbeeld en zijn Franstalige socialistische collega vicepremier Pierre-Yves Dermagne - bekleden immers sleutelposities. Wat zij, en bij uitbreiding de hele regering, dienen na te streven is dus meer doelmatigheid en doeltreffendheid in de staatshuishouding.

Sinds de zesde staatshervorming vindt een kat haar jongen niet terug in het vaderlandse institutionele kluwen. Dat geldt a fortiori voor de gezondheidszorg. Het spreekt vanzelf dat staatkundige anarchie mee ten grondslag lag aan het non-beleid tijdens de eerste covidgolf. Het lijkt al een eeuwigheid geleden maar op een bepaald moment zochten zes ministers in verspreide slagorde mondmaskers. En dat tijdens een acute crisis waarin snelheid en eenheid van commando doorslaggevend waren. Ministers scoorden slecht in de Artsenkrant-bevraging bij leidinggevenden uit de ziekenhuizen (AK 2650). Dat geldt voor de federale excellenties De Block en De Backer maar al helemaal voor Vlaams minister Wouter Beke. Hij hing aan het staartje. In het kielzog daarvan deden ook federale instellingen zoals Sciensano het merkelijk beter dan pakweg het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. In de perceptie van de ziekenhuisdirecteurs functioneerde het Vlaamse niveau dus nog slechter dan het federale. Allicht verklaart dat waarom een verrassend hoog aantal leidinggevenden voorstander is van een herfederalisering van de gezondheidszorg. Het is niet dat men alles koste wat het kost terug naar het Belgische niveau wil tillen. Wel vragen ziekenhuisdirecties - en de hele sector - een efficiënt georganiseerde gezondheidszorg met een helder gestructureerde ziekteverzekering. Vlaams-nationalistische partijen maken geen deel uit van deze regering. Toch is het zo goed als uitgesloten dat bevoegdheden in de gezondheidszorg geherfederaliseerd zouden worden. Gematigde regionalisten - vicepremier en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke bijvoorbeeld en zijn Franstalige socialistische collega vicepremier Pierre-Yves Dermagne - bekleden immers sleutelposities. Wat zij, en bij uitbreiding de hele regering, dienen na te streven is dus meer doelmatigheid en doeltreffendheid in de staatshuishouding.