...

Anderstalige zorgverleners die in Vlaanderen komen werken, blijven in een opleiding Nederlands voor anderstaligen vaak op hun honger zitten, zegt Glynn Dierick, wetenschappelijk medewerker aan het ILT. "Op het werkveld komen ze in contact met patiënten die niet altijd de standaardtaal spreken, en ook de specifieke medische terminologie is vaak nog een kloof."Samen met haar collega Bob Goris ontwikkelde Dierick daarom een online leeromgeving. "We zijn gestart met een enquête bij de faculteit Geneeskunde en bij huisartsenopleiders om te weten waar de problemen liggen, over welke terminologie studenten tijdens hun stage vaak struikelen", vertelt Dierick. Er was ook input van de opleiding kinesitherapie voor de woordenschat die kinesisten moeten kennen.Het platform bestaat uit twee grote modules. In de eerste module komt de specifieke woordenschat voor delen van het lichaam en ziektes aan bod. De tweede module volgt de conversatie tijdens een typische consultatie, van intro en anamnese over voorschrift en doorverwijzing tot rapportering en opvolging. Bij elk onderdeel horen ook oefeningen voor spreek- en luistervaardigheid. De student kan zichzelf opnemen om te beoordelen of de uitspraak van een woord wel goed zit.Studenten kunnen de hele opleiding in afstandsonderwijs volgen, of de online modules combineren met conversatieklassen. "Ons eerste idee was om de conversatieklassen verplicht te maken, maar we merken dat het een doelpubliek is dat het heel druk heeft en dat er veel vraag was naar een volledig online aanbod. We zetten wel om de twee weken een deadline voor het oplossen van oefeningen, zodat we tijdig kunnen verbeteren en feedback geven", legt Bob Goris uit.Bij de woordenschat worden ook Vlaamse spreektaalvarianten vermeld, en er zijn filmpjes waarin mensen tussentaal spreken. "We hebben expliciet op die tussentaal gefocust", zegt prof. Serge Verlinde, directeur van het ILT. "De klassieke kritiek op lessen Nederlands voor anderstaligen is dat je er het correcte Standaardnederlands leert, en dat je daar niet veel mee bent als je in Vlaanderen naar de bakker gaat. Daarom werken we met de woorden en uitdrukkingen die artsen echt zullen horen."Het volledige platform werd intern ontwikkeld, vertelt Verlinde. "We gebruiken geen externe software. Dat maakt ook dat we de inhoud zelf kunnen aanpassen en makkelijk nieuwe vormen van oefeningen kunnen toevoegen."Jaiver Macea, neuroloog en doctoraatsstudent aan het Laboratorium voor Epilepsie Onderzoek van KU Leuven, volgde de cursus vorig semester, en is bijzonder enthousiast. "Ik heb nieuwe woordenschat ingeoefend en ik heb geleerd hoe mensen hier echt praten - dat is belangrijk, omdat niet alle patiënten standaardtaal gebruiken. Momenteel heb ik dat alleen nodig om te communiceren met de patiënten die deelnemen aan mijn doctoraatsonderzoek, dat gaat over een draagbaar toestel voor mensen met epilepsie. Ik gebruik het dus niet voor klinisch advies, maar sowieso is mijn conversatie met de patiënten enorm verbeterd. De conversatieklassen vond ik heel verrijkend, omdat je daar met collega's kan praten en dingen uit hun vakdomein kan leren."Glynn Dierick beaamt dat de conversatieklassen echt wel meerwaarde hebben. "Daar kunnen studenten vragen stellen aan ons, bijvoorbeeld hoe wij zelf iets zouden zeggen. Wij zijn natuurlijk zelf geen artsen, maar we kunnen wel natuurlijk zeggen: als ik naar de dokter ga, zou ik dat zo of zo formuleren, en dat woord zou ik zeker nooit gebruiken."De opleiding Medisch Nederlands staat open voor wie niveau 3 behaalde in een opleiding Nederlands voor anderstaligen. Dat komt overeen met een intensieve cursus van driemaal 80 uur aan het ILT. De opleiding kost 150 euro voor studenten en personeel van de KU Leuven, of 250 euro voor externen. Vorig academiejaar volgden 30 studenten de cursus, dit jaar zijn het er al 50. Daarbij zijn zowel buitenlandse geneeskundestudenten, mensen die hier al werken als arts of specialist, mensen die wachten op de gelijkschakeling van hun diploma. Het ILT biedt de cursus ook aan aan externe partijen, bijvoorbeeld ziekenhuizen. "We kennen allemaal de personeelstekorten die er zijn in de zorgsector. Er bestaat al een app voor laaggeschoold zorgpersoneel, maar onze opleiding is ideaal voor hooggeschoolde zorgverleners die vanuit het buitenland worden aangetrokken", zegt Serge Verlinde.