Ongeveer 1 op 3 BCS kampt met chronische pijnklachten, die een grote weerslag kunnen hebben op hun levenskwaliteit. Internationale en Europese richtlijnen raden farmacologische behandelingen aan voor het beheren van chronische pijn (analgetische ladder), maar deze brengen heel wat nadelen met zich mee. "Langdurig gebruik van opioïden verhoogt het risico op opioïde hyperalgesie, analgetische tolerantie en overdosering", legt prof. Nijs uit. "Daarnaast hebben opioïden een onderdrukkend effect op cruciale spelers van het afweersysteem, zoals natural killer cells, die van belang zijn om herval te voorkomen bij kankeroverlevers. Andere vormen van pijnmanagement zijn daarom nodig voor kankeroverlevers die vaak maanden of zelfs jaren pijnklachten blijven ervaren."

Ervaren onrecht

Het concept 'ervaren onrecht' is in de algemene pijnpopulatie het voorbije decennium veel beschreven in relatie tot chronische pijn en blijkt een belangrijke rol te spelen in de pijnervaring. "Ervaren onrecht betreft een multidimensionale beoordelingscognitie, waarbij geneigd wordt een verlies (als gevolg van een letsel) te beschouwen als ernstig en onherstelbaar, anderen of zichzelf de schuld te geven voor diens verlies, en een gevoel van onrechtvaardigheid te ervaren", legt Eva Roose uit: "Ervaren onrecht wordt bovendien geassocieerd met het verhoogd voorschrijven van opioïden, als een verhoogd opioïdgebruik."

In de (ex-)kankerpopulatie was de rol van PI in chronische pijn tot voor kort nog niet bestudeerd. De onderzoeksgroep Pain in motion toonde in een eerdere studie voor het eerst aan dat PI ook bij BCS met chronische pijn een belangrijke factor vormt (1). Zo correleerden hogere PI-scores (gemeten d.m.v. de injustice experience questionnaire) met een hogere pijnintensiteit en een verlaagde levenskwaliteit. "Bovendien ervaart zo'n 1 op 3 kankeroverlevers met chronische pijn gevoelens van onmacht en onrechtvaardigheid. Dat heeft ons aangezet om dit verder te onderzoeken met betrekking tot mogelijke behandelingsstrategieën", aldus prof. Nijs.

Nieuw onderzoek

Inmiddels zijn prof. Nijs en Roose, in samenwerking met UHasselt en met de steun van KOTK, een nieuw project gestart waarin een nieuwe behandelingsstrategie wordt onderzocht bij BCS met chronische pijn en PI. Het primair doel omvat pijnreductie en verhoging van de levenskwaliteit. Secundair wordt het effect nagegaan op het gebruik van opioïden.

"In de algemene pijnwereld zijn er nog geen evidence-based behandelingen voor ervaren onrecht, maar cognitief gedragsmatige technieken worden in de literatuur alom aangewezen. We gebruiken voor dit onderzoek een combinatie van neurowetenschappelijke pijneducatie, die we specifiek hebben aangepast voor borstkankeroverlevers en gericht hebben op ervaren onrecht, met motivationele gesprekstechnieken", zegt Roose. "Het doel is om de patiënten een beter begrip te geven van de mogelijke oorzaken van chronische pijn, alsook van de impact van psychologische en emotionele factoren op de pijnintensiteit. We stellen samen met de patiënt doelstellingen op om de focus te verleggen van het gevoel van onrecht naar het heropnemen van activiteiten die passen bij nieuwe (levens)doelen van de patiënt, en alzo de levenskwaliteit te verbeteren."

156 BCS zullen worden gerandomiseerd naar een experimentele- en een controlegroep, waarbij deze laatste groep biomedisch-gerichte pijneducatie verkrijgt. De behandeling vindt plaats in het UZ Brussel (Jette), AZ Rivierenland (Bornem), Imelda Ziekenhuis (Bonheiden), Universiteit Hasselt en het Ziekenhuis Oost-Limburg (Genk). Voor en na de behandeling worden participanten uitvoerig bevraagd d.m.v. vragenlijsten. Follow-up gebeurt na 6, 12 en 24 maanden.

Volgende stap

"Indien de behandeling de mate van pijn en de levenskwaliteit kan verbeteren is het uiteraard de bedoeling om andere zorgverstrekkers (kinesitherapeuten, psychologen, etc.) hierin op te leiden, en zullen we nagaan of de behandeling nog meer op maat van de patiënt kan afgestemd worden", vertelt Roose nog. "Daarnaast kunnen we in de toekomst nog verder onderzoek doen naar de impact van ervaren onrecht op andere klachten, zoals vermoeidheid en slaapstoornissen."

Op dit ogenblik onderzoekt prof. Nijs in een haalbaarheidsstudie tevens of een multimodale ondersteuning, bestaande uit educatie, stressmanagement en lichaamsbeweging, vroegtijdig in het borstkankertraject ingezet kan worden, en dat vóór borstkankerchirurgie: "Uiteraard blijft genezing het primaire aandachtspunt in de oncologische populatie, maar het is ook belangrijk om aandachtig te zijn voor pijn- en vermoeidheidsklachten, want deze klachten stoppen nu eenmaal niet bij de genezing van kanker."

Referenties: Leysen L, et al. Supp Care Cancer 2021; 29: 5653-5661.

Ongeveer 1 op 3 BCS kampt met chronische pijnklachten, die een grote weerslag kunnen hebben op hun levenskwaliteit. Internationale en Europese richtlijnen raden farmacologische behandelingen aan voor het beheren van chronische pijn (analgetische ladder), maar deze brengen heel wat nadelen met zich mee. "Langdurig gebruik van opioïden verhoogt het risico op opioïde hyperalgesie, analgetische tolerantie en overdosering", legt prof. Nijs uit. "Daarnaast hebben opioïden een onderdrukkend effect op cruciale spelers van het afweersysteem, zoals natural killer cells, die van belang zijn om herval te voorkomen bij kankeroverlevers. Andere vormen van pijnmanagement zijn daarom nodig voor kankeroverlevers die vaak maanden of zelfs jaren pijnklachten blijven ervaren."Ervaren onrechtHet concept 'ervaren onrecht' is in de algemene pijnpopulatie het voorbije decennium veel beschreven in relatie tot chronische pijn en blijkt een belangrijke rol te spelen in de pijnervaring. "Ervaren onrecht betreft een multidimensionale beoordelingscognitie, waarbij geneigd wordt een verlies (als gevolg van een letsel) te beschouwen als ernstig en onherstelbaar, anderen of zichzelf de schuld te geven voor diens verlies, en een gevoel van onrechtvaardigheid te ervaren", legt Eva Roose uit: "Ervaren onrecht wordt bovendien geassocieerd met het verhoogd voorschrijven van opioïden, als een verhoogd opioïdgebruik."In de (ex-)kankerpopulatie was de rol van PI in chronische pijn tot voor kort nog niet bestudeerd. De onderzoeksgroep Pain in motion toonde in een eerdere studie voor het eerst aan dat PI ook bij BCS met chronische pijn een belangrijke factor vormt (1). Zo correleerden hogere PI-scores (gemeten d.m.v. de injustice experience questionnaire) met een hogere pijnintensiteit en een verlaagde levenskwaliteit. "Bovendien ervaart zo'n 1 op 3 kankeroverlevers met chronische pijn gevoelens van onmacht en onrechtvaardigheid. Dat heeft ons aangezet om dit verder te onderzoeken met betrekking tot mogelijke behandelingsstrategieën", aldus prof. Nijs.Nieuw onderzoekInmiddels zijn prof. Nijs en Roose, in samenwerking met UHasselt en met de steun van KOTK, een nieuw project gestart waarin een nieuwe behandelingsstrategie wordt onderzocht bij BCS met chronische pijn en PI. Het primair doel omvat pijnreductie en verhoging van de levenskwaliteit. Secundair wordt het effect nagegaan op het gebruik van opioïden. "In de algemene pijnwereld zijn er nog geen evidence-based behandelingen voor ervaren onrecht, maar cognitief gedragsmatige technieken worden in de literatuur alom aangewezen. We gebruiken voor dit onderzoek een combinatie van neurowetenschappelijke pijneducatie, die we specifiek hebben aangepast voor borstkankeroverlevers en gericht hebben op ervaren onrecht, met motivationele gesprekstechnieken", zegt Roose. "Het doel is om de patiënten een beter begrip te geven van de mogelijke oorzaken van chronische pijn, alsook van de impact van psychologische en emotionele factoren op de pijnintensiteit. We stellen samen met de patiënt doelstellingen op om de focus te verleggen van het gevoel van onrecht naar het heropnemen van activiteiten die passen bij nieuwe (levens)doelen van de patiënt, en alzo de levenskwaliteit te verbeteren."156 BCS zullen worden gerandomiseerd naar een experimentele- en een controlegroep, waarbij deze laatste groep biomedisch-gerichte pijneducatie verkrijgt. De behandeling vindt plaats in het UZ Brussel (Jette), AZ Rivierenland (Bornem), Imelda Ziekenhuis (Bonheiden), Universiteit Hasselt en het Ziekenhuis Oost-Limburg (Genk). Voor en na de behandeling worden participanten uitvoerig bevraagd d.m.v. vragenlijsten. Follow-up gebeurt na 6, 12 en 24 maanden.Volgende stap"Indien de behandeling de mate van pijn en de levenskwaliteit kan verbeteren is het uiteraard de bedoeling om andere zorgverstrekkers (kinesitherapeuten, psychologen, etc.) hierin op te leiden, en zullen we nagaan of de behandeling nog meer op maat van de patiënt kan afgestemd worden", vertelt Roose nog. "Daarnaast kunnen we in de toekomst nog verder onderzoek doen naar de impact van ervaren onrecht op andere klachten, zoals vermoeidheid en slaapstoornissen."Op dit ogenblik onderzoekt prof. Nijs in een haalbaarheidsstudie tevens of een multimodale ondersteuning, bestaande uit educatie, stressmanagement en lichaamsbeweging, vroegtijdig in het borstkankertraject ingezet kan worden, en dat vóór borstkankerchirurgie: "Uiteraard blijft genezing het primaire aandachtspunt in de oncologische populatie, maar het is ook belangrijk om aandachtig te zijn voor pijn- en vermoeidheidsklachten, want deze klachten stoppen nu eenmaal niet bij de genezing van kanker."Referenties: Leysen L, et al. Supp Care Cancer 2021; 29: 5653-5661.