...

De auteurs hebben tussen 2003 en 2013 mannen zonder prostaatkanker gerekruteerd bij wie een biopsie werd uitgevoerd onder echografie. Er werd een diagnose van metabool syndroom gesteld als de patiënt drie van de volgende vijf criteria vertoonde: obesitas (bmi > 30 mg/m²), hypertriglyceridemie > 1,5 g/l, nuchtere glykemie > 0,1 g/l, HDL-cholesterolconcentratie lager dan 400 mg/l en hypertensie volgens de leeftijd. Een klinisch significante prostaatkanker werd gedefinieerd als een prostaatkanker met een Gleasonscore ? 4, > 50% invasie in een of ander biopt en aanwezigheid van kanker in meer dan een van de drie biopten. Intermediair gradige of hooggradige prostaatkanker werd gedefinieerd als een prostaatkanker met een Gleasonscore van 7-10. Van de 2.235 mannen vertoonden er 494 (22%) een metaboolsyndroom. Die mannen waren wat ouder en namen veel vaker (56 vs. 32%) statines in. Op zichzelf was geen enkele component van het metabool syndroom een onafhankelijke risicofactor van prostaatkanker. Een hoger aantal componenten van het metaboolsyndroom correleerde evenwel met een hooggradige prostaatkanker en een hogere prevalentie van prostaatkanker dan bij mannen zonder enig item van het metabool syndroom. Bij multivariate analyse was de odds ratio voor prostaatkanker in het algemeen, klinisch significante prostaatkanker en intermediair gradige of hooggradige prostaatkanker respectievelijk 1,54, 1,56 en 1,56. De belangrijkste beperking is echter het retrospectieve karakter van de studie.