...

Hij ziet wel iets in het idee van het Antikankerfonds om literatuuronderzoek te doen, als patiënten uitpakken met het plan om alternatieve geneeswijzen aan te spreken. "Daar hebben wij niet altijd tijd voor, zeker als het om een hele waslijst van mogelijke of vermeende opties gaat. Maar ik wil wel benadrukken dat oncologen tegenwoordig laagdrempelig openstaan voor een gesprek met patiënten over alternatieve behandelingen. En tijdsdruk? Dat is op onze raadplegingen geen belemmering. Vervolgconsulten lopen regelmatig in een kort tijdsbestek af, wat ruimte laat om met andere patiënten een uur of meer te praten."Wat meer algemene informatie betreft, mist de BSMO-voorzitter toch wat de rol van de huisarts in het discours van het Antikankerfonds. "Napraten over de diagnose en het bredere kader van een behandeling voor kanker is een uitgelezen rol voor de huisarts. Ik zie daar dus een overlap. Het klopt dat patiënten informatie niet altijd meteen goed opvangen. Maar daarvoor bestaan er correctietechnieken, zoals iemand naar het consult meebrengen. En de informatie herhalen. Bij een tweede consult ga ik altijd nog eens na of alles goed gecapteerd en begrepen is."Zitten kankerpatiënten dan niet met vragen die het kader van een medisch consult overstijgen, zoals aanpassing van de leefstijl? "Daar hoef je in een gesprek met de patiënt geen uren aan te besteden", weerlegt prof. De Grève. "Leefstijlaanpassingen zijn belangrijk bij de preventie van kanker en na een kankerbehandeling, op langere termijn. Maar tijdens de behandeling van een actieve kanker moeten patiënten vooral goed eten waar ze zin in hebben."