...

Op jonge leeftijd ging hij begin vorige eeuw met Adrien de Gerlache mee de Karazee in het Hoge Noorden exploreren, nadien werd hij door de Belgische overheid naar Belgisch Congo uitgezonden om er de oostelijke meren Mweru en Tanganyika te onderzoeken. Het avontuur eiste echter zijn tol tijdens Wereldoorlog I: de arts overleed op amper 33-jarige leeftijd aan het front.Tijdens zijn studies geneeskunde in Leuven ontmoette de jonge Louis Stappers professor embryologie en zoölogie Gustave Gilson. Deze zeewetenschapper gaf Stappers' carrière een extra duw: de Hasselaar begon zich meer voor mariene biologie te interesseren en vervolledigde zijn opleiding met studies natuurwetenschappen, om nadien bij zijn mentor te starten als assistent. In diens zog exploreerde hij mee 'la mer flamande', de zuidelijke bocht van de Noordzee, deed er aan hydrografie en bestudeerde kleine kreeftachtigen die leven van plankton.Professor Gilson bracht zijn jonge assistent ook in contact met Zuidpool-reiziger Adrien de Gerlache. In 1907 zou die met hertog Philippe d'Orléans de Noordelijke IJszee, de Karazee en de kusten van Nova Zembla verkennen. Louis Stappers reisde mee naar het hoge Noorden, deed er niet alleen oceanografische en hydrografische waarnemingen, maar verzamelde ook een hele reeks voorheen onbekende zeeorganismen die na terugkomst heel wat studiemateriaal opleverden. Die collega's waren trouwens vol lof over zijn ijver en 'esprit net et précis'. Ze hebben Stappers blijvend geëerd door een aantal nieuw ontdekte soorten naar hem te vernoemen, zoals Diphascon stappersi (mosbeertjes), Anonyx stappersi en Halirages stappersi (vlokreeftjes).Toen ons land in 1908 officieel een kolonie kreeg, werden onderzoeksmissies opgezet en uitgestuurd. Eén daarvan, onder leiding van Stappers, moest de streek van het Tanganyika- en Mwerumeer in kaart te brengen. Stappers werkte bijna twee jaar (februari- maart 1911 tot februari 1913) in Noordoost-Congo. Tijdens dat verblijf heeft hij nauwgezet een dagboek bijgehouden alsook tal van foto's genomen. Die worden in de Hasseltse erfgoed- bibliotheek bewaard.(*)De ervaring die de jongeman het voorbije decennium had opgedaan bij professor Gilson en op de Belgica kwam hem in Midden-Afrika goed van pas. Zijn hydrobiologische opdracht beoogde onder meer de diepte van beide meren in kaart te brengen. Dat zal leiden tot de publicatie van de eerste bathymetrische kaarten van die meren. Over het Tanganyikameer schreef hij: 'Voor ik de peilingen deed, schatte men voor het Tanganyikameer dat een diepte van 600 meter al aanzienlijk zou zijn. Men kan zich mijn verbazing voorstellen, toen ons peillood op een dag zonk tot een diepte van 1.435 meter. Ineens was het Tanganyikameer één van de diepste meren ter wereld.'De wetenschapper was evenzeer geïnteresseerd in de lokale fauna. Zo bezorgde hij het museum van Midden-Afrika meer dan 800 specimens van vissen en andere dieren, waardoor men daar nog steeds een van 's werelds grootste collecties ter zake bezit. Diverse lokale vissoorten zijn ook naar Stappers genoemd.Stappers bestudeerde ook nauwgezet de vistechnieken en de wijze waarop vissers hun vangsten conserveerden. Inzake vistechnieken hadden Congolezen weinig te leren, noteerde hij, maar bij beter materiaal hadden ze wel baat. Daarom bouwde hij met de Witte Paters onder meer een visdrogerij en rookhut.Opmerkelijk is wel dat in zijn dagboek geregeld ook (kritische) commentaren te lezen vallen op de nefaste gevolgen van de kolonisatie op de leefomstandigheden of gezondheid van de Congolezen. Een gezonde lokale visindustrie en goede leefomstandigheden zijn belangrijk als men overbevissing wil vermijden, klinkt het.Na zijn terugkeer komen de carrières van Louis Stappers en Gustave Gilson opnieuw samen in het Museum voor Natuurwetenschappen - Gilson was daar intussen directeur. Stappers werd er opnieuw onderzoeker en verwerkte tevens de vele informatie die hij had meegebracht uit Belgisch Congo. Bij het uitbreken van WOI vertrok hij uit het museum en werd hij opnieuw arts, aan het front. Het harde leven in de loopgraven eiste echter zijn tol: zijn gestel was door de buitenlandse missies danig verzwakt. Hij overleed in 1916 in het militair hospitaal van Calais. Hij werd daar ook begraven, tot zijn verloofde zijn stoffelijk overschot terughaalde. Hij is herbegraven op het oud kerkhof van Hasselt, in een familiegraf.De enige verwijzing naar Louis Stappers in Hasselt vind je op een zandsteen aan de Ringlaan, met namen van WOI-slachtoffers. De Belgische wetenschap verloor een grote belofte, aldus zijn mentor.