...

In 2003 werden in ons land 14 intensieve behandelingseenheden opgericht, For-K IBE genoemd, verdeeld over 12 psychiatrische ziekenhuizen, met in totaal 124 bedden. De naam "For-K" komt van FORensisch en K, de beddenindex van de neuropsychiatrische diensten die zich specifiek bezighouden met de opname en behandeling van kinderen en adolescenten. For-K IBE bieden zorg aan jongeren die door een jeugdrechter onder een gerechtelijke maatregel worden geplaatst omdat ze een delict hebben gepleegd of zich in een verontrustende situatie bevinden en bovendien een ernstige psychiatrische problematiek vertonen. De oprichting van deze eenheden gebeurde destijds in het kader van een pilootproject. Vandaag, bijna 20 jaar later, hebben zij nog steeds geen permanent karakter. Daardoor kunnen zij onder meer bepaalde uitgaven niet doen, zoals investeringen in nieuwe infrastructuur, die met een structurele financiering wel mogelijk zouden zijn. Om daarin verandering te brengen, en hun situatie een permanent karakter te geven, ging het KCE na hoeveel For-K intensieve behandelingseenheden en bedden België nodig heeft. Niet zo'n makkelijke opdracht, zo blijkt. Deze For-K IBE leveren dan wel "zeer gewaardeerd werk", en het huidige aanbod beantwoordt aan een "duidelijke behoefte" (elk jaar worden ongeveer 300 jongeren opgenomen voor langdurige intensieve zorg van zes maanden tot één jaar). Toch is het momenteel onmogelijk om te bepalen hoeveel jongeren baat zouden hebben bij een opname in een For-K en of er eventuele alternatieven zijn, dixit het KCE. Er bestaat namelijk geen consensus over het profiel van de jongeren die in aanmerking komen voor een opname in een For-K, eenheden hanteren eigen opname- en exclusiecriteria. Eerst moeten de doelgroep en opnamecritera dus preciezer worden omschreven. Het KCE geeft daartoe een aanzet. In eenzelfde adem wijst het KCE op de noodzaak van "meer systematische procedures" voor de diagnose van een ernstig psychiatrisch probleem bij jongeren. Nu is er een spanningsveld tussen de jeugdrechters, die spoedopvang moeten vinden voor jongeren in nood, en de psychiaters, die uitgaan van de zorgnoden van een jongere. De psychiatrische diagnose is een verplicht opnamecriterium, dus zijn jeugdrechters afhankelijk van een beoordeling door een (kinder- of jeugd)psychiater. Maar er is een tekort aan kinder- of jeugdpsychiaters en hun rapportage is niet goed gestandaardiseerd, zo licht het KCE toe. Ten slotte bevestigen de KCE-onderzoekers dat de huidige financiering van de For-K IBE's ontoereikend is om de werkelijke kosten te dekken. Met het oog op het beschermen van het werk van de bestaande teams achten ze het "hoog tijd" dat deze eenheden op een structurele financiering kunnen rekenen. Bijvoorbeeld door de invoering van een (nieuwe) specifieke beddenindex. Ook de erkenningsnormen, zoals het aantal en het type personeelsleden en hun kwalificaties, moeten preciezer worden omschreven. Om de investeringen in de For-K's zo efficiënt mogelijk te benutten, is het echter bovenal belangrijk de preventie in een vroeg stadium te verbeteren, en de zorg na ontslag te optimaliseren, aldus het KCE.