...

Akapella is een woonzorgcentrum in Kapelle-op-den-Bos met een tachtigtal rusthuisbewoners en een dertigtal assistentiewoningen. "Er is geen strikte scheiding", vertelt dr. Leen Smits, "sommige gangen lopen in elkaar over en de bewoners van de assistentiewoningen kunnen ook in het restaurant eten. Daardoor waren er bij het begin van de coronaperiode veel besmettingen." Zelf werd dr. Smits met de uitbraak geconfronteerd toen ze tijdens een wachtdienst naar Akapella werd opgeroepen voor een acuut zieke bewoner. "Toen bleek dat er nog wel meer bewoners symptomen vertoonden. We konden in die fase maar beperkt testen omdat er onvoldoende testcapaciteit was. Eenmaal we vlotter konden testen, bleek in de assistentiewoningen bijna iedereen positief te zijn." De zorg organiseren was niet eenvoudig, vertelt dr. Smits. "In een wzc heeft elke bewoner zijn eigen arts, maar niet alle collega's waren happig om nog langs te komen, en andere artsen waren zelf ziek. De hoofdverpleegkundige kon het ook niet meer opvolgen. Ik heb dan beslist dat ikzelf de zorg in het wzc op mij zou nemen - mijn collega's in de groepspraktijk hebben mij daar vervangen. Zo heb ik een paar weken fulltime in Akapella gewerkt: briefing met de hoofdverpleegkundige, dan bewoners zien, het beleid instellen en overleggen met de directie, de coördinatoren en zo nodig met het Agentschap Zorg en Gezondheid. En dan kwamen er eigenlijk altijd acute problemen bij." Op één maand tijd overleden 24 bewoners aan covid-19. Haar eerste brief schreef dr. Smits aan een van hen. "Ik wou hen herinneren als individuen met een eigen verhaal, niet als de zoveelste waarvoor je een overlijdensattest invult. Dat bleef in mijn hoofd spoken, en de eerste brief heb ik 's nachts geschreven om het van me af te zetten. Daarnaast zijn er brieven aan andere mensen die zeer betekenisvol voor mij waren, zoals de medewerkers, mijn collega-artsen, de crisiscoördinator van de huisartsenkring, de geriaters... Ik schreef ook een brief aan mijn kinderen, over coronavakantie met thuisonderwijs en hoe echte vakantie toch leuker is. De laatste brief heb ik recent geschreven en is gericht aan de pandemie zelf." Het boek is ook een terugblik op de pandemie en de respons erop. Wat was voor dr. Smits het moeilijkste aan die periode? "Dat vind ik een heel moeilijke vraag. In het begin was het allemaal onbekend terrein. Achteraf kun je wel zeggen dat er paniek gezaaid is en dat angst nooit een goede raadgever is. Maar ik zou echt niet graag beleidsmaker geweest zijn op dat moment." "Voor een wzc was het vooral lastig dat de regels en richtlijnen continu veranderden, denk aan quarantaineregels, testprotocols, beschermingsmiddelen en bezoekregelingen. De richtlijnen hielden ook niet altijd rekening met het menselijke. Als een bewoner in isolatie zat en dorst had, moest je een beschermpak, een faceshield en handschoenen aandoen vooraleer je de bewoner drinken kon geven - en daarna alles ontsmetten en dat pak weer uittrekken. Ik begrijp dat je zonder regels chaos krijgt, maar een beetje gezond verstand zou deugd gedaan hebben. Nogmaals, ik wil daar geen schuldige voor aanduiden, maar nu we kunnen terugkijken moeten we ons toch afvragen: was dat allemaal wel nodig?" "Waar ik het persoonlijk erg moeilijk mee had, was het harde commentaar van mensen aan de zijlijn. Ik denk aan dat incident in een ander wzc waar een vrijwilliger als sinterklaas op bezoek ging. Toen daar even later een uitbraak was, stonden mensen klaar met hun opmerkingen over hoe onverantwoord dat sinterklaasfeestje wel geweest was. Ik vond dat zo wreed. Het gaat wel over mensen die op het einde van hun leven zijn, en die toch nog een béétje levenskwaliteit mogen hebben. Het is erg lastig als je in zo'n atmosfeer moet werken." Het boek is naast een terugblik ook een manier om de pandemie te verwerken. "Er is in die periode veel leed geweest, zowel bij bewoners en hun naasten als bij hulpverleners. Ik ken best wel wat collega's die er nadien een tijd onderdoor gezeten hebben. Tijdens de pandemie hebben we in het wzc een soort herdenkingsmoment georganiseerd waar medewerkers en families samen konden komen. Maar dat is in mineur moeten gebeuren, omdat we op dat moment nog niet met grote groepen mochten verzamelen en afstand moesten houden. Als ik nu met de medewerkers over het boek praat, komt dat allemaal weer los."