...

Voor het eerst sinds de euthanasiewet in 2002 in werking trad, staan drie artsen terecht. Voor het eerst ook gaat het over een rechtszaak met betrekking tot euthanasie op basis van ondraaglijk psychisch lijden veroorzaakt door een psychiatrische aandoening. Hamvraag is of de drie artsen voldoende zorgvuldig handelden in overeenstemming met de wettelijke criteria.Het gaat hier over een assisenproces. Traditioneel is dit een zeer gemediatiseerde aangelegenheid die allicht gedurende enkele weken de actualiteit zal beheersen. Duidelijk is dat de medische wereld dit proces met argusogen zal volgen. Zelfs indien assisen de drie artsen volledig vrijspreekt, dan nog kan de media-aandacht een afschrikwekkend effect hebben. Welke arts wil nog bij euthanasie betrokken geraken als hij/zij het risico op een veroordeling loopt? En dat geldt überhaupt indien (één van) de drie artsen effectief schuldig worden bevonden. Welke impact dit proces heeft op de medische stand weten we allicht pas op het moment dat de federale euthanasiecommissie haar jaarverslag over 2020 wereldkundig maakt. In 2021 dus. Tekent zich vanaf pakweg februari 2020 een (tijdelijke) terugval in het aantal gevallen af dan kan dit allicht vooral worden toegeschreven aan dit assisenproces.Al jaren is er een duidelijke communautaire breuklijn zichtbaar in het aantal gemelde euthanasiegevallen. Vlaanderen neemt 75 à 80% van de gevallen voor zijn rekening, Franstalig België is op dit vlak veel minder actief. Dat is merkwaardig. Als mogelijke verklaring schuift men soms naar voren dat in Wallonië en Brussel euthanasie niet altijd geregistreerd en dus onder de radar gebeurt. Een belangrijke verdienste van de euthanasiewet is dat hij tot meer transparantie heeft geleid. Hopelijk zorgt dit assisenproces er nu niet voor dat Vlaanderen ook opnieuw in het maquis gaat.