...

Dat concludeert pas afgestudeerd huisarts Lore Wittevrongel in haar masterproef. Ze dingt mee naar de Prijs van de Jonge Huisarts powered by Artsenkrant.Dokter Wittevrongel - afkomstig uit West-Vlaanderen, maar in Leuven 'blijven plakken' - ontvangt ons in haar praktijk in Kortenberg, waar ze samenwerkt met een oudere collega. "Het is de bedoeling dat ik het hier op termijn overneem, samen met minstens een andere huisarts. Alleen begin ik er niet aan", zegt ze stellig.Daarnaast werkt dr. Wittevrongel nog voor Kind&Gezin, en is ze actief als CRA-arts, toch wel opmerkelijk als jonge huisarts. "Meestal zijn dat inderdaad oudere artsen. Maar ik heb altijd geweten dat ik iets met ouderen wilde gaan doen - ik vind het belangrijk dat mensen in rusthuizen kwaliteitsvol worden behandeld. Ik heb overigens lang getwijfeld: mocht ik niet voor de huisartsgeneeskunde gekozen hebben, dan was het geriatrie geworden. Niet dat ik spijt heb van mijn keuze. De variatie en het persoonlijke contact met de patiënten hebben me uiteindelijk over de streep getrokken."Voor haar masterproef bestudeerde dr. Wittevrongel het antibioticavoorschrijfgedrag van Vlaamse huisartsen bij lageluchtwegeninfecties. Dat gebeurde aan de hand van literatuuronderzoek en bevraging van de Integodatabank. "Aan het voorschrijfgedrag hebben we ook de resistentiepatronen gekoppeld van dragers van de pneumokok. Aan de hand daarvan konden we vergelijkingen maken en conclusies trekken."Grote vaststelling: er wordt nog steeds te veel en de verkeerde antibiotica voorgeschreven, ondanks de herhaalde sensibiliseringscampagnes van de overheid. "Tijdens de griepepidemie was er opnieuw de boodschap dat antibiotica niet helpen tegen virale infecties, maar toch verwachten patiënten nog vaak wel een antibioticavoorschrift", zegt dokter Wittevrongel. "Bewustwording blijft dan ook noodzakelijk, zowel bij patiënten als bij artsen. Sommigen schrijven nog te veel antibiotica voor, soms al bij de eerste tekenen van een hoest, terwijl dat meestal niet bacterieel is.""Uit het literatuuronderzoek is overigens gebleken dat ons land het op dat vlak echt niet goed doet. In Nederland bijvoorbeeld ligt het antibioticagebruik een pak lager, evenals in de meeste noordelijke landen."In de opleiding wordt nochtans de juiste klemtoon gelegd, vindt dokter Wittevrongel. "Feit blijft wel dat we in de eerste lijn onze diagnose vooral klinisch stellen. In het ziekenhuis daarentegen kan er bloed worden geprikt, beeldvorming gemaakt, zijn er meer tools ter beschikking. Als huisartsen maken wij een globale risico-inschatting van de patiënt, waardoor we iemand met veel comorbiditeit gemakkelijker en sterkere antibiotica zullen voorschrijven. Uit voorzorg."De opkomst van de CRP point of care tests kan op dat vlak wellicht soelaas bieden. Dokter Wittevrongel: "Daarmee ken je na tien minuten het resultaat al, en weet je dus of het om een virale dan wel bacteriële infectie gaat. Dat zou kunnen helpen om het aantal antibioticavoorschriften te verminderen. Momenteel kosten die tests evenwel nog vrij veel geld."