...

Een Zwitserse groep heeft in Milaan een studie gepresenteerd, die erop wijst dat blootstelling van de moeder aan luchtvervuiling tijdens de zwangerschap correleert met veranderingen van het aantal en de werking van eiwitten die meespelen bij verschillende cellulaire processen zoals autofagie, veroudering en remodellering van de cellen, en dat die afwijkingen bij de geboorte in navelstrengbloed kunnen worden aangetoond. De vorsers hebben 11 eiwitten geanalyseerd in het navelstrengbloed van 449 gezonde pasgeborenen van het cohortonderzoek Bern Basel Infant Lung Development (BILD). Tevens hebben ze de mate van blootstelling van de moeders aan stikstofdioxide (NO2) en fijn stof PM10 afkomstig van de uitlaat van voertuigen en rook berekend.Zowel NO2 als PM10 correleerde met veranderingen van de eiwitten die meespelen bij autofagie. Blootstelling aan NO2 correleerde met een hogere concentratie van het eiwit Beclin-1, dat een centrale rol speelt bij het in gang zetten van autofagie, en een geringere activiteit van het eiwit SIRT1, dat beschermt tegen stress, ontsteking en veroudering, en IL-8, een eiwit dat actief is in bepaalde ontstekingscellen.Op grond van de aanwezigheid van die 11 eiwitten hebben de vorsers de baby's in 4 groepen ingedeeld naargelang van de mate van intra-uteriene blootstelling aan luchtvervuiling (NO2 en PM10). Eén groep vertoonde lage concentraties van negen eiwitten en een andere had hogere concentraties van IL-8 en IL-1B, eiwitten die meespelen bij ontstekingsprocessen en de remodellering. Belangrijk is dat de prenatale blootstelling aan luchtvervuiling lager was in die twee groepen dan in de twee andere groepen."Volgens onze studie verschilt de respons van gezonde pasgeborenen op luchtvervuiling van de ene baby tot de andere", commentarieerde Olga Gorlanova, die de studie heeft gepresenteerd. "Wij denken dat dat erop kan wijzen dat sommige baby's er gevoeliger voor zijn dan andere."De vorsers gaan de baby's nu volgen om na te gaan of de verschillen in respons op luchtvervuiling correleren met verschillen in optreden van ademhalingsproblemen tijdens de eerste en de latere kinderjaren.