...

De vorsers hebben hun monocentrische retrospectieve cohortonderzoek uitgevoerd bij 173 vrouwen (230 zwangerschappen) tussen 2009 en 2019. Gedurende de hele zwangerschap was er geen significant verschil in het percentage optimale virologische controle, d.w.z. een onmeetbaar lage viruslast, tussen de volgende behandelingsgroepen: dolutegravir (93,1%), rilpivirine (92,1%), geboost darunavir (82,6%) en efavirenz (76,9%). Dat percentage was echter significant lager bij behandeling met atazanavir (49%) en lopinavir (40,9%). De waarschijnlijkheid van een detecteerbare viruslast op een gegeven ogenblik tijdens het derde zwangerschapstrimester was ook hoger met atazanavir en lopinavir. Minder dan tien moeders hebben bictegravir, elvitegravir en raltegravir gebruikt. Voor die geneesmiddelen konden dan ook geen statische analyses worden uitgevoerd. De frequentie van wijziging van het antiretrovirale schema was significant hoger bij de moeders die waren begonnen met elvitegravir (68%) of efavirenz (47%), dan bij de moeders die de behandeling waren gestart met dolutegravir (18%). In die studie werd een uitstekende virologische controle gedurende de hele zwangerschap verkregen met antiretrovirale schema's op basis van dolutegravir, rilpivirine of geboost darunavir. Het percentage virologische mislukking was hoger met atazanavir, lopinavir, elvitegravir en efavirenz, en bij de vrouwen die die geneesmiddelen kregen, is de behandeling ook vaker aangepast tijdens de zwangerschap. Ref: Smith Ch. et al. AIDS 38(1): 21-29 januari 2024.