...

De correlatie tussen hiv-infectie en cardiovasculair risico ontrafelen Het is ruimschoots bewezen dat hiv-geïnfecteerde patiënten een hoger risico op hart- en vaataandoeningen en met name myocardinfarct, CVA en hartfalen lopen dan de algemene bevolking. Het is echter nog niet duidelijk in welke mate corrigeerbare cardiovasculaire risicofactoren zoals roken, hyperglykemie, te hoge serumlipiden, een te hoge bloeddruk en alcoholgebruik invloed uitoefenen op het risico op hartziekte. Een andere vraag is: "Welke invloed heeft een betere aanpak van die risicofactoren op het ontstaan of het verergeren van hartziekten bij hiv-geïnfecteerde patiënten?" Om die vraag te beantwoorden, heeft een groep vorsers een studie uitgevoerd bij 227.600 seronegatieve mensen (controlegroep) en 8.285 hiv-geïnfecteerde patiënten die zijn geregistreerd in de gegevensbank van het Kaiser Permanente Northern California, dat medische zorg verstrekt in San Francisco en het noorden van California. De deelnemers werden gedurende vier jaar gevolgd. Bij inclusie in de studie bedroeg de gemiddelde leeftijd van de hiv-geïnfecteerde patiënten 47 jaar. 91% waren mannen. Er waren weinig verschillen in de risicofactoren voor hartziekten zoals hypertensie, hyperlipidemie en diabetes tussen de hiv-geïnfecteerde patiënten en de controlegroep. Het aantal mensen met overgewicht was lager bij de hiv-geïnfecteerde patiënten dan in de controlegroep (59% tegen 78%). Respectievelijk 31% en 12% waren depressief, respectievelijk 10% en 7% dronken te veel alcohol en respectievelijk 10% en 8% rookten. Pleidooi voor een betere controle van de cardiovasculaire risicofactorenZoals te verwachten was, hebben de vorsers ontdekt dat het risico op een of andere hart- en vaataandoening 18% hoger was bij de hiv-geïnfecteerde patiënten dan in de algemene bevolking. Het interessantste stuk van de studie betreft de aanpak van cardiovasculaire risicofactoren zoals hypertensie, hypercholesterolemie en diabetes. De bloeddruk en de cholesterolconcentratie werden even goed behandeld bij de seropositieve als bij de seronegatieve deelnemers. De andere serumlipiden waren echter minder goed onder controle en diabetes was beter onder controle bij de seropositieve dan bij de seronegatieve deelnemers. Een stevig argument voor een goede aanpak van de risicofactoren is de vaststelling dat, zodra de cholesterolconcentratie, de andere serumlipiden en de diabetes goed onder controle waren, het cardiovasculaire risico hetzelfde was bij seropositieve en seronegatieve mensen. Het cardiovasculaire risico was echter hoger bij de hiv-geïnfecteerde patiënten met hypertensie, ook als de bloeddruk goed onder controle was. De hiv-infectie blijkt veel minder bij te dragen tot het risico op hart- en vaataandoeningen dan hypertensie, hypercholesterolemie en een ongecontroleerde diabetes. Vandaar het belang van een goede aanpak van die risicofactoren, mede rekening houdende met de vergrijzing van mensen met hiv. Alcohol: ja, maar met mate In de studie is ook vastgesteld dat de hiv-infectie de impact van overmatig alcoholgebruik verhoogt. De incidentie van myocardinfarct, cerebrovasculair accident en hartfalen was tweemaal hoger bij de seropositieve patiënten die vaak en vooral overmatig dronken (comazuipen), dan bij de niet-seropositieve deelnemers met eenzelfde alcoholgebruik. Overmatig alcoholgebruik is in deze studie gedefinieerd als het drinken van de hoeveelheid alcohol in een fles wijn in één dag. Alcohol drinken zou dus schadelijker kunnen zijn bij hiv-geïnfecteerde patiënten, maar anderzijds is het ook zo dat een matige of occasionele alcoholconsumptie het cardiovasculaire risico niet verhoogt. Hiv-geïnfecteerde patiënten hoeven dus niet volledig te stoppen met alcohol, maar ze kunnen het risico op hart- en vaataandoeningen wel verlagen door minder alcohol te drinken. Ref.: Silverberg M.J. et al. Clinical Infectious Diseases, online gepubliceerd op 18/01/2024.