...

De multicentrische studie CORONOR bevat de gegevens van 4.094 niet-geselecteerde patiënten met stabiel coronairlijden, van wie er 20% overbruggingschirurgie hadden ondergaan en van wie meer dan twee derde (68,8%) een stent had (actieve stent van de eerste generatie 51,9%, tweede generatie 11,1% en naakte stent 37%).Na een mediane follow-up van 4,9 jaar werd een lineair risico op infarct van 0,8% per jaar (4% in vier jaar) gemeten, waarvan een derde STEMI. De sterfte bij de patiënten met een infarct was tweemaal hoger dan die bij patiënten zonder infarct.In 20% van de gevallen was het infarct toe te schrijven aan een zeer late trombose van de stent (TSTT > 1 jaar na plaatsing). Het ging dan vaker om een STEMI (59%) en het overlijdensrisico was dan 4-maal hoger dan in geval van een infarct dat niet werd veroorzaakt door een trombose van de stent. De mediane tijd tot TSTT was 5,2 jaar (spreiding 1-17 jaar). Meer dan de helft van de patiënten (51,9%) met een TSTT nam op het ogenblik van de trombose maar één plaatjesaggregatieremmer in, 25,9% nam een combinatie van twee plaatjesaggregatieremmers in, 11,1% een plaatjesaggregatieremmer + een anticoagulans, 3,7% kreeg alleen een anticoagulans en 7,4% nam geen enkel antitromboticum in.Om het risico op TSTT te verlagen, stellen de onderzoekers een langere behandeling met twee plaatjesaggregatieremmers voor bij hoogrisicopatiënten (patiënten met een meertakscoronairlijden, persisterende angina pectoris, diabetes, roken, ongecontroleerde risicofactoren ...). Ze wijzen erop dat het risico ook bestaat met een naakte stent.G Lemesle et al. J Am Coll Cardiol. 2017; 69: 2149-56.