...

De SENIOR-studie is een Europese, gerandomiseerde, multicentrische (9 landen en 44 centra waaronder de afdeling cardiovasculaire geneeskunde van de KUL, die wordt geleid door Peter Sinnaeve), enkelblinde studie, die werd uitgevoerd bij 1.200 75-plusssers met coronair lijden die in aanmerking kwamen voor een coronaire angioplastiek wegens het bestaan van minstens één stenose ≥ 70% (of een stenose ≥ 50% van de linkerhoofdstam).De patiënten werden gerandomiseerd naar een naakte stent (n = 604) of een actieve stent van de laatste generatie (n = 596). In beide groepen kregen de patiënten een combinatie van twee plaatjesremmers gedurende een maand als ze stabiel waren, en gedurende zes maanden als ze instabiel waren. Het primaire eindpunt was een samengesteld eindpunt van ernstige cardiale en cerebrovasculaire accidenten (totale sterfte, infarct, CVA en revascularisatie wegens ischemie van de zone die werd bevloeid door de targetslagader) na een jaar. Er werden tussentijdse evaluaties uitgevoerd na 30 en 180 dagen. De artsen die de gegevens analyseerden, wisten niet in welke groep de patiënten waren ingedeeld. De frequentie van cardiovasculaire accidenten na één jaar was significant lager na plaatsing van een actieve stent (relatief risico 0,71, 95% BI 0,52-0,94; p = 0,02), wat vooral te danken was aan een sterke daling van de noodzaak tot heringreep op de kransslagaders.Het bloedingsrisico bedroeg ongeveer 5% tijdens het eerste jaar en was vergelijkbaar met de twee soorten stents. Ook de frequentie van trombose in de stent was laag (ongeveer 1% na een jaar) en vergelijkbaar in de twee groepen.O Varenne et al. Lancet 2018; 391: 41-50.