...

Het zorgtraject pakt obesitas en de risicofactoren erop bij kinderen aan. Het onderscheid drie zorgniveaus. Zorgniveau 1 is het ambulante, eerstelijnsniveau, waar de huisarts of de kinderarts het kind opvolgt - eventueel in samenwerking met andere disciplines (psycholoog, diëtist,...). Snelle doorverwijzing naar de tweede lijn voor verdere behandeling van ernstigere obesitas, of voor advies (behandelplan) is ook een taak voor het eerste niveau.Het zorgniveau 2 - de tweede lijn - gebeurt in zogenaamde pediatrische multidisciplinaire obesitascentra of PMOC. In deze poliklinieken wordt het kind opgevangen door een team bestaande uit een pediater, diëtist, psycholoog, maatschappelijk assistent, kinesitherapeut, verpleegkundige, enzovoort. De PMOC's stellen een behandelplan op en starten de behandeling met onder meer gezinsondersteunende diensten (counseling), motivatietechnieken en gedragsinterventies. De PMOC's ondersteunen ook de eerste lijn.Het derde zorgniveau - de derde lijn - is dat van de pediatrische expertisecentra obesitas. Ze vangen kinderen op met heel ernstige obesitas in intramurale multidisciplinaire zorg en ondersteunen als expertisecentra de twee andere lijnen. Er zijn twee PEO's, één in elk landsgedeelte: het Zeepreventorium en Clairs Vallon.Selectie en opvolgingHet Riziv lanceerde eind september een oproep naar de ziekenhuiswereld om met 25 PMOC's een overeenkomst af te sluiten. Het getal 25 is niet toevallig gekozen: er is gemikt op 25 locoregionale ziekenhuisnetwerken. De kandidaturen moesten op 31 oktober binnen zijn.Het Riziv richtte een Werkgroep Kwaliteitsindicatoren op, geleid door mensen van het KCE, om de kwaliteit van de PMOC's waarmee het een overeenkomst afsluit in de verdere ontwikkeling van het traject te kunnen monitoren.De werkgroep moest snel een aantal bruikbare indicatoren vinden. Een KCE-studie werd opgezet met een rapid review van de beschikbare literatuur. Dat er niet voldoende tijd was om een systematic review uit te voeren compenseerde het KCE door ook de experts (vooral van de twee PEO's) bij de studie te betrekken.'Must have'Het KCE stelde een lange lijst op van de structuur-, proces- en resultaatindicatoren die het in de literatuur vond. Met het oog op de monitoring van de kwaliteit van de PMOC's werden daaruit vijf 'must have'-resultaatsindicatoren geselecteerd en gedistilleerd.De bedoeling mag volgens de auteurs van de studie niet zijn om aan de hand van deze resultaatsindicatoren de PMOC's die onvoldoende zouden scoren weer af te schaffen. Dat zou geen goede incentive zijn, oordelen ze, want dat zou de PMOC's ertoe kunnen aanzetten selectief te werk te gaan bij de jonge patiënten die ze begeleiden. De KI dienen om de kwaliteit van de centra nog te kunnen verbeteren.ImplementatieWel oordeelden ze dat de wetenschappelijk onderbouwde structuur- en procesindicatoren die ze vonden tijdens de rapid review nuttig kunnen zijn als 'toegangscriteria' voor de overeenkomst met het Riziv.Of de geformuleerde indicatoren ook bruikbaar (meetbaar) zijn, zal nog verder uit de praktijk moeten blijken. Het KCE beveelt aan de eerste jaren te gebruiken als een inloopperiode, en de gebruikte indicatoren op geregelde tijdstippen - bijvoorbeeld na drie jaar - opnieuw te evalueren.Het proces van de verdere ontwikkeling en de implementatie van de indicatoren moet nog beginnen. De manier waarop de nodige gegevens op gestandaardiseerde manier verzameld kunnen worden en centraal beheerd, moet nu worden uitgewerkt.Patiënten moeten gedurende lange tijd gevolgd kunnen worden - dat vereist een uitstekend beveiligd systeem.Het KCE pleit ervoor een systeem van benchmarking en auditing op te zetten, met ook oog op de case mix van de patiënten die de zorg ontvangen.Belangrijk is ten slotte het aligneren van de drie zorgniveaus in het traject. Dat zou vooral een taak zijn voor de PEO's - de twee expertisecentra.Eerste lijnDe studie van het KCE focuste op de PMOC's - het tweede zorgniveau. De twee PEO's zijn al operationeel. Ook het eerste zorgniveau beschouwt de KCE-studie reeds als operationeel. Maar een column op onze website wees naar aanleiding van de semaglutidecrisis onlangs op de lange lastige weg die ook op de eerste lijn nog moet worden afgelegd.Eetexpert is het Vlaams Kenniscentrum voor eet- en gewichtsproblemen. Het biedt professionals tools aan voor de aanpak van obesitas, onder meer bij kinderen. De website geeft bijvoorbeeld meer uitleg bij de EOSS-P (Edmonton Obesity Staging System for Paediatrics): de schaal die het zorgtraject 'Obesitas bij kinderen' gebruikt om het risico in te schalen - en te bepalen op welk zorgniveau kinderen verder geholpen kunnen worden.De auteurs van de KCE-studie wijzen er overigens op dat de toewijzing van kinderen aan bepaalde zorgniveaus aan de hand van EOSS-P zeker niet te strikt moet gebeuren. Een zeker verloop tussen de niveaus lijkt juist de bedoeling.KCE Reports 372 As.