...

De studiedienst van CM heeft de data van een miljoen CM-leden ouder dan 65 jaar over de periode van 2016 tot 2022 geanalyseerd. Voor de studie werden 22 chronische ziekten gedefinieerd op basis van medicatiegebruik of het gebruik van specifieke gezondheidszorg. Uit het onderzoek blijkt dat 79,2 procent van de 65-plussers ten minste één van deze chronische aandoeningen heeft.De meest voorkomende aandoeningen zijn hart- en vaatziekten. 68,4 procent van de 65-plussers gebruikt antihypertensiva of medicijnen voor harttherapie. Op de tweede plaats staan trombosen: 41,2 procent van de 65-plussers gebruikt antitrombotica. Daarna volgen diabetes (18 procent), mentale stoornissen (13,2 procent), COPD (9,8 procent), en schildklieraandoeningen (9,2 procent).Een op drie 80-plussers belandt op spoed93,5 procent van de 65-plussers had in 2022 minstens één contact had met de huisarts, meer dan 70 procent van hen had contact met een specialist. In 2022 ging 20,2 procent van de 65-plussers minstens één keer naar de spoedeisende hulp, tegenover 18,6 procent in 2016. 32,6 procent van de 85-plussers kwam in 2022 op spoed terecht. Eén op vijf senioren deed in 2022 beroep op thuisverpleging, een lichte daling sinds 2016 (van 22,3 procent naar 21 procent). Uit de studie blijkt ook dat senioren dubbel zo vaak alleen wonen als de rest van de populatie. Hierdoor hebben ze minder kans om deel te nemen aan het sociale leven."De conclusie van onze studie is duidelijk: onze senioren zijn kwetsbaar en niet iedereen wordt oud in goede gezondheid", zegt CM-voorzitter Luc Van Gorp. "Een kwart van de senioren heeft het VT-statuut, het aantal rechthebbenden op het statuut chronische aandoening neemt toe en een derde van de ouderen woont alleen. De toenemende vergrijzing zet de samenleving voor een grote uitdaging. Daarom moeten we nu al inspelen op de toenemende zorgvragen van de toekomst, voor het te laat is."CM pleit voor investeringen in de eerstelijnszorg en extra aandacht voor kwetsbare ouderen en mantelzorgers. CM wil dat het mantelzorgverlof wordt uitgebreid van zes naar twaalf maanden voltijds en van één tot twee jaar deeltijds, gepaard met een betere vergoeding tijdens de opname van mantelzorgverlof en/of tijdskredieten.