...

Quasi dagelijks bewijst ons systeem zijn failliet en vormt het zelfs een hypotheek voor kwaliteitsvolle zorg voor de patiënt. Maar een duurzame oplossing ligt niet zomaar voor het rapen. De financiering van de ziekenhuizen is, willens of niet, een zeer complex gegeven met vele vertakkingen die verder reiken dan de muren van het ziekenhuis. De opbouw van de nomenclatuur is als die van een kaartenhuis. Trek er met een ongenuanceerde en kortzichtige stelling een kaart uit en de hele boel dreigt in te storten. De noodzakelijke hervorming zullen we dus niet tot een goed einde brengen via straffe en controversiële uitspraken. Het moet dus anders. Een paradigma shift in benadering is hiervoor weliswaar nodig en niet het zogenaamde 'systeem' (de inhoud), wel het 'methodologische' (de aanpak) staat hierbij centraal. In die aanpak zal het er op aankomen uit te gaan van een oplossing die de artsen voldoende inkomens- en rechtszekerheid biedt, de ziekenhuizen en haar beheerders voldoende budget aanreikt voor hun werking en innovatie, beleidsruimte schept voor de overheid en de patiënt niet voor verrassingen plaatst. De mosterd kan deels gevonden worden bij het Vlaams indicatorenproject voor professionals en patiënten (VIP²). In de ziekenhuizen werd nooit harder gewerkt aan kwaliteitszorg dan vandaag. Het zou mooi zijn mocht er zich eenzelfde dynamiek kunnen ontwikkelen rond de hervorming van de ziekenhuisfinanciering. En ja, wij zijn overtuigd dat dit kan. Wie kan er trouwens ook tegen goede kwaliteit zijn? Een breed draagvlak is daarvoor essentieel. Partnerschappen dienen uitgebouwd te worden met tal van actoren en instanties, niet via de media, wel via samenwerking en in een constructieve en serene sfeer met respect voor ieders standpunten. Artsen(syndicaten) en hoofdartsen moeten hierbij om evidente redenen een hoofdrol spelen, maar evenzeer dienen de andere beroepsgroepen en koepels sterk betrokken te worden. Niet in het minst krijgen ook de patiënten via de ziekenfondsen en het Vlaams patiëntenplatform een evenwaardige stem. Bijkomende regels en structuren zijn initieel niet nodig, evenmin extra financiering. Het hertoewijzen van bestaande middelen moet alvast in de opstartfase volstaan. Willen we vooruitgang maken dan moeten we af van het overheersende kwantitatieve discours. Dit staat immers het debat over een meer gebalanceerde benadering vanuit de verschillende kwaliteitsaspecten enkel in de weg. Willen we met andere woorden het werken aan kwaliteitsvolle zorg verder stimuleren, zal deze eveneens structureel ingebed moeten worden in de organisatie en financiering van de toekomstige ziekenhuiszorg. Akkoord dat de evidentie inzake kwaliteitszorg en de implementatie ervan nog niet sluitend is, maar het lijkt de moeite waard dit experimenteel en gezamenlijk verder te exploreren. Kwaliteit, as such, kan bovendien de verbindende factor zijn, oftewel the glue, op basis waarvan andere deelaspecten in de financiering verder stapsgewijs kunnen aangepakt worden. Wanneer we de regeerakkoorden naast elkaar leggen moeten we besluiten dat de ambities nog nooit zo groot waren. En het blijft niet enkel bij woorden, zo blijkt uit de consultatierondes die zijn opgestart. We kunnen niet naast het kader kijken dat zowel de Vlaamse als de federale regering creëert en de enthousiasmerende rol hierin van beide ministers. We staan voor een van de grootste uitdagingen waar de zorgsector ooit heeft tegenaan gekeken, maar ondanks het grote hindernissenparcours waar door geploeterd zal moeten worden, zijn we hoopvol en optimistisch. Door bewust te kiezen voor de moeilijke(re) weg van de dialoog en daarbij de makkelijke(re) weg van polarisatie te mijden, gaat het misschien niet met rasse schreden vooruit, maar het gaat tenminste vooruit. Een pleidooi voor samenwerken!