...

Ik draai rond!' Ik roep het uit, mijn stem, gebroken door een lach en een traan, slaat een beetje over want ik draai werkelijk rond!We zijn ongeveer 7 weken na de laatste ingreep en we hebben ondertussen een geleende hometrainer in huis gehaald. Tot dan toe en tot mijn grote frustratie wilde de knie maar niet goed doorplooien en beperkten de bewegingen op de fiets zich tot een eindeloos op en neer bewegen. Telkens ik erdoor wilde duwen hield de pijn me tegen. Tot die dag, ineens, zelfs zonder veel moeite.Ik haalde mijn man erbij, vroeg om het even te filmen. Niet omdat ik zo'n ijdeltuit ben, en picture proof ben ik al helemaal niet meer na al de operatie- en revalidatieperikelen, maar omdat ik wist dat het de dag nadien alweer een heel ander verhaal zou kunnen zijn. En ik op dat ogenblik zou hunkeren naar een houvast. Want als er iets is dat ik ondertussen leerde dan is het wel dat revalideren niet in één grote lijn naar de top gaat. Het is een proces van muizenstapjes vooruit, soms weer een hele stap achteruit met af en toe een plateau tussenin. Dus klamp ik me vast aan de muizenstapjes en vergroten we ze uit tot heuse mijlpalen. Maar ik weet dat het best kan zijn dat het ronddraaien op de fiets de dag nadien niet meer zal lukken, doordat de knie weer extreem stijf kan zijn of gewoon ook door de pijn.Ik ken haar ondertussen, mijn pijn, ze zeurt en smeult als een constante op de achtergrond om dan ineens in volle kracht weer toe te slaan. Ik praat ondertussen met haar, ben soms echt boos op haar, op mijn pijn. Zeg dat ze onredelijk is, vaak buiten proportie en in mijn ogen vaak volkomen nutteloos. Toen mijn ligamenten scheurden en mijn knieschijf de andere kant uitging was ze vreselijk, alsof een mes mijn knie doorkliefde en maar bleef klieven. Met een fractie van die pijn had ik ook wel geweten dat er iets grondig fout aan het lopen was. 'Moest dat nu echt zo intens zijn?', vraag ik haar. Ik begrijp evenmin waarom ze elke avond na een intensieve kiné sessie de kop moet opsteken, ik probeer haar duidelijk te maken dat ik het ondertussen wel weet en dat wat ik nu doe net goed is voor mijn lijf dus dat ze zich gedeisd moet houden. Helaas, luisteren is niet aan haar besteed. Ik begin patiënten met chronische pijn beter en beter te begrijpen, wanneer pijn geen signaal meer is maar een aandoening op zich. Hoe vreselijk moet dat zijn? Ik begrijp nu ook de patiënten die verslaafd raken aan allerlei middelen, je zou voor minder als pijn een onderdeel van het dagdagelijkse is geworden. Ik las onlangs dat ongeveer 10% van al de heelkundige ingrepen uitmondt in een chronisch pijnprobleem. Dat is 1 op 10! Ik kan de cijfers bijna niet geloven, en helaas is er bijna niemand die hiervoor vooraf waarschuwt. Het is ongelooflijk hoe knap we acute pijn de kop kunnen indrukken. Wanneer ik na tussenkomst van de MUG werd afgevoerd, was er op een wip een infuus met dipidolor of een ander morfine derivaat aangelegd en ik herinner me zo goed als niets meer van de hele ambulance rit. Na de operaties ontwaakte ik steevast met een zak vol tradonal hangend naast mijn bed of -nog beter- een morfinepomp die ik naar believen kon bedienen. Heerlijk! Geen pijn en een bijna vrolijke roes in mijn hoofd.... 'Nee hoor, geen greintje pijn,' antwoordde ik dan ook steevast wanneer ernaar gevraagd werd. Na thuiskomst bleek het al snel andere koek want was ik aangewezen op 'maar' dafalgan, diclofenac en als het echt niet anders kon een tradonal odis. Wat is dat, vraag ik me af, als het echt niet anders kan? Ik probeer het te beperken tot 3-4 keer per week. Wat ik, als arts, zo'n lange tijd na de laatste operatie nog steeds behoorlijk veel en niet helemaal oké vind. Maar de patiënt die ik nu ben snakt ernaar om af en toe een paar uur gewoon pijnvrij te zijn, gewoon gewoon te kunnen zijn en daarvoor zet een mens zijn artsenprincipes al eens opzij. Ik neem me voor om me in de toekomst ver af te houden van enige belerende taal tegen wie dan ook die chronisch naar pijnstillers grijpt.We zeggen als artsen zo vaak zaken die we zelf heel logisch vinden en die dat wellicht ook zijn maar die je als patiënt niet veel wijzer maken. Wanneer ik aan de chirurg vraag hoever ik mag stappen zegt hij: 'Binnen de pijngrenzen blijven'. Tja, wat is dat eigenlijk? Hoe bewaak ik die grenzen wanneer ik nog steeds pijnstillers neem? En wat als gewoon in bed liggen ook al pijn doet? Dus doe ik wat de meeste patiënten vermoedelijk doen en ga ik maar wat op mijn gevoel af. Maar ook de zinssnede 'binnen de pijngrenzen bewegen' is er eentje die ik vanaf nu nooit meer in de mond zal nemen.Ik realiseer me ineens hoeveel maar ook hoe weinig we eigenlijk van pijn afweten, we zijn zelfs nog niet in staat om haar objectief op te meten en moeten het doen met visueel analoge schalen of gezichtjes die van heel droef naar heel vrolijk gaan. Mijn pijnperceptie is ook anders dan die van een ander, ik ben op dat vlak een watje. Ik weet, dat indien ik ooit gemarteld zou worden, ik al tot bekentenissen over zou gaan nog voor ik met een vinger zou worden aangeraakt. Ik ben het type dat zijn tandarts deels uitgekozen heeft omdat ze zo goed en snel kan verdoven.En uitgerekend dit watje belandt dan 3 tot 4 keer per week op de tafel in de kinepraktijk. Mijn martelsessies, noem ik ze binnensmonds. Ik heb twee steengoede kinesitherapeuten die me een aantal maal per week onder handen nemen, letterlijk. Ze dwingen mijn protesterende knie tot extensie en later tot hyper-extensie, ze buigen en plooien in een poging de knie tot maximale flexie toe te bewegen. Dat laatste gaat gepaard met het gevoel alsof er stukken in mijn quadriceps los gescheurd worden en ik moet dapper mijn hoofd in het kussen duwen om de pijn te verbijten. Op dat ogenblik ben ik behoorlijk pissed op haar, op mijn pijn. Ondertussen zijn ook de pezen van mijn gastrocnemius, de popliteus en de gluteus behoorlijk stijf geworden wat zich onder meer uit in een scheefstand van mijn voet en een verminderde beweeglijkheid van de heup. Ook deze zaken worden kundig aangepakt door de twee kinesitherapeuten, ze zoeken de stijve vezels op en duwen, een pijnscheut schiet door mijn been, ze blijven duwen en de pijn trekt langzaam weg. Ik ontspan, geniet even van het pijnvrije moment tot de handen van de kinesist alweer een plekje verderop zoeken en het proces herhaald wordt. Ik heb een tiental dergelijke pijnpunten weet ik nu, verspreid op de achterkant van mijn been worden ze keer op keer onder handen worden genomen waarbij ik steeds behoorlijk op mijn tanden moet bijten. En ook nu vind ik de pijn volledig zinloos en overbodig. Ik begrijp haar niet.Ik prijs me gelukkig dat alles normaal gezien over een paar maanden goed zal komen en ik ga ervan uit dat de pijn mij dan ook zal verlaten. Missen zal ik haar niet, de impact die ze op mijn doen en laten heeft is daar net iets te groot voor. Ach, misschien ben ik wel gewoon een doetje... maar één ding is zeker, ik kijk vanaf nu met heel ander ogen naar al die patiënten die zich met de chronische pijn verzoend hebben en met haar hebben leren leven.