...

Genderdysforie wordt gedefinieerd als een toestand van lijden of onbehagen omdat iemands genderidentiteit verschilt van de identiteit die wordt toegeschreven aan het geslacht dat bij de geboorte werd toegewezen. De behandeling ervan bij een minderjarige patiënt is een uitdaging voor artsen. Zowel het instellen van een onaangepaste behandeling als het uitstellen van een geschikte behandeling kunnen immers schadelijk zijn. De nationale raad benadrukt de noodzaak van meer wetenschappelijk onderzoek over gepaste zorg voor jonge transgenders. In afwachting daarvan dienen zorgteams zo goed mogelijk en professioneel te reageren op hulpvragen van patiënten en hun familie, met respect voor de medische ethiek en deontologie.Het advies stelt dat de behandeling moet gedragen worden door een ervaren multidisciplinair team met experts in onder meer kindergeneeskunde, psychologie, endocrinologie, kinderpsychiatrie. Regelmatig overleg is aangewezen en bij de behandeling moet men ook rekening houden met behoeften van ouders of familieleden.De patiënt en hun ouders moeten 'tactvol, herhaaldelijk, volledig en transparant' geïnformeerd worden; bijwerkingen en risico's van behandelingen en de onomkeerbare gevolgen moeten vermeld worden.De vrije, geïnformeerde toestemming van de patiënt is vereist voor elke medische behandeling. Daarbij is het aan de arts om het begripsvermogen van de minderjarige te beoordelen. Vrije en geïnformeerde toestemming veronderstelt dat de minderjarige de afweging kan maken tussen verwachte voordelen en mogelijke risico's, en een onderscheid kan maken tussen gender en seksuele geaardheid.Geleidelijke behandelingEen geleidelijke behandeling met voldoende tijd voor reflectie is aangewezen. Dat vraagt continue psychologische begeleiding. Elke stap wordt besproken met de patiënt en beide ouders of de wettelijke vertegenwoordigers en met het hele zorgteam.Voor niet-spoedeisende zorg met onomkeerbare gevolgen, beveelt de nationale raad aan de uitdrukkelijke toestemming van beide ouders te vragen. Indien dit niet mogelijk blijkt en de zorgvraag blijft bestaan, is advies van externe deskundigen noodzakelijk. Deze deskundigen geven pas een advies na rechtstreeks contact met de patiënt. Ze dienen rekening te houden met het eventuele ontbreken van steun vanwege de ouders.Het gebruik van puberteitsremmers en geslachtsbevestigende hormonen kan pas als de identiteitsperceptie van de patiënt en hun specifieke behoeften voldoende onderzocht zijn. Het stadium van puberale ontwikkeling bepaalt wanneer een dergelijke behandeling opgestart kan worden. Vanzelfsprekend dient alle informatie te worden opgenomen in het medisch dossier.