...

Door de COVID-19-pandemie kwam het verlenen van geneeskundige verstrekkingen op afstand via communicatie- en informatietechnologie, kortweg telegeneeskunde, in een stroomversnelling. Tijdens de pandemie werkte het Riziv een tijdelijke terugbetalingsregeling uit voor telefonische raadplegingen (Koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020). Sinds 1 augustus 2022 werd deze terugbetalingsregeling voor raadpleging op afstand aangepast.Hoewel de pandemie bewezen heeft dat het verlenen van zorg op afstand een plaats heeft binnen de verplichte ziekteverzekering, bleek er evenwel een gebrek aan een meer algemeen toepassingskader. Het koninklijk besluit nr. 20 treedt op 31 december 2025 bovendien buiten werking. Het ontwerp van koninklijk besluit komt hieraan tegemoet zodat de tijdelijke verstrekkingen op afstand in het kader van de COVID-19-pandemie omgezet kunnen worden in structureel vergoedbare geneeskundige verstrekkingen. In het ontwerp van koninklijk besluit worden definities met betrekking tot een verstrekking op afstand (bv. teleconsultatie, telemonitoring, enzovoort) en algemene toepassingsvoorwaarden voor vergoedbare verstrekkingen op afstand verleend door middel van informatie-en communicatietechnologieën vastgelegd.Vergoedbare verstrekkingenOp basis van dit ontwerp van koninklijk besluit zullen de vergoedbare verstrekkingen op afstand in de verplichte ziekteverzekering verder uitgewerkt kunnen worden, met het oog op een structurele opname in de vergoedbaarheid. Het ontwerp is slechts van toepassing op de geneeskundige verstrekkingen vergoedbaar in het kader van de verplichte ziekteverzekering (met uitzondering van de geneeskundige verstrekkingen op afstand die in het kader van koninklijk besluit nr. 20 nog vergoedbaar zijn). Daarbij worden volgende categorieën van geneeskundige verstrekkingen op afstand onderscheiden:Per categorie van geneeskundige verstrekkingen op afstand worden minimale voorwaarden vastgelegd waaraan de zorgverlener moet voldoen.Het ontwerp wordt nog ter advies voorgelegd aan de Gegevensbeschermingsautoriteit en de Raad van State.