...

Natuurlijk vinden we dat dat beter zou kunnen, maar dat neemt niet weg dat we de mogelijkheid krijgen om mee de route uit te stippelen voor een gezondheidsbeleid op langere termijn. (Voor zover dat bestaat, natuurlijk, want wat ons betreft zou de overheid in een heel aantal zaken blijk mogen geven van een échte langetermijnvisie.) Die aanwezigheid van de beroepsvertegenwoordigers is een verworvenheid die nu bijna als vanzelfsprekend wordt beschouwd (althans op federaal niveau), maar die het vroeger zeker niet was. Het zou spijtig zijn om die verloren te laten gaan. Bij het ASGB hebben wij het echter steeds moeilijker om geschikte kandidaten (met vervanger) voor te stellen voor al die commissies, gewoon omdat er geen kandidaten zijn. Hoewel ons ledenaantal de laatste jaren hoger ligt dan ooit tevoren, zijn we stilaan niet meer in staat om genoeg vertegenwoordigers te vinden. En ik stel vast dat dit kennelijk niet alleen geldt voor ons syndicaat. Als ik om mij heen kijk tijdens de vergaderingen, zie ik steeds dezelfde mensen, voornamelijk mannen. En als ze nog haar hebben, is het meestal grijs of wit. Kortom, een generatie die gaat uitsterven en aan vervanging toe is. Moeten we de subsidie die we krijgen als syndicaat dan niet gebruiken om betaalde professionele vertegenwoordigers aan te trekken? Ik denk van niet. Wie in een commissie zetelt, voelt best onmiddellijk aan welke implicaties op praktisch vlak een bepaald voorstel heeft en dat kan alleen als je dagelijks in de praktijk staat. Ik kan iedereen verzekeren dat dit veel boeiende momenten oplevert. Daarom lanceer ik nog maar eens een oproep om een stukje vrije tijd te besteden aan het verdedigen van ons beroep. In een syndicaat, medische raad of huisartsenkring.