...

Dat is een van de aanbevelingen volgend uit een kwalitatief onderzoek bij 183 huisartsen in acht landen (België, Bulgarije, Duitsland, Finland, Franrijk, Israël, Polen en Slovenië). Onder leiding van professoren Lieve Peremans en Hilde Bastiaens ging doctoraatsstudent Bernard Le Floch (UAntwerpen) na welke factoren huisartsen stimuleren om dagdagelijks hun job met passie uit te oefenen.Die factoren blijken in de verschillende landen vrij identiek te zijn. Een eerste belangrijke factor is de vrijheid om hun werklocatie te kiezen, alsook de manier waarop huisartsen hun praktijk kunnen organiseren. Zo geven ze aan dat ze, gezien de complexiteit van chronische zorg en de diversiteit in pathologie waarmee huisartsen worden geconfronteerd, graag samenwerken in groep. "Dat creëert uiteraard een uitdaging in de meer landelijke gebieden, waar er weinig collega's zijn", zegt prof. Lieve Peremans.Uit recente cijfers van Zorg en Gezondheid, blijkt nog dat het aantal huisartsenarme zones dit jaar is toegenomen (zie Artsenkrant nr. 2597). Een evaluatie toonde echter aan dat het recht op de premie voor huisartsen in prioritaire zones, niet de doorslag geeft in hun beslissing om zich ergens te vestigen. Eenzelfde vaststelling blijkt uit de interviews met de 183 huisartsen. Zij geven aan nood te hebben aan het perspectief van collega's, en aan af en toe te kunnen discussiëren. "Cruciaal is wel dat er consensus is over de missie van en visie over praktijkvoering", merkt prof. Peremans op. "Daarnaast is een goed georganiseerde wachtdienst een belangrijke aantrekkingsfactor voor jongeren, maar ook om meer ervaren huisartsen in het vak te houden."Conclusie: eerder dan een financieel duwtje in de rug, zou de overheid de groepspraktijkstructuur in rurale gebieden moeten stimuleren? "In feite gaat het hier over een breder maatschappelijk debat", zegt Lieve Peremans. "Net zoals supermarkten, banken, ... in kleine dorpjes vertrekken zullen ook de huisartsen er verdwijnen. Misschien moeten we creatiever zijn, en in kleinere woonkernen ruimte ter beschikking stellen zodat artsen en/of verpleegkundigen er ten minste één keer per week praktijk kunnen houden. Dat houdt weliswaar in dat mensen zich meer zullen moeten verplaatsen. In de middelgrote kernen moeten multidisciplinaire groepspraktijken komen."Verder gaven de ondervraagde huisartsen aan dat ze energie halen uit de gevarieerde situaties die ze meemaken en uit de contacten met een brede waaier aan patiënten. "Daarnaast kunnen huisartsen gebruik maken van technologie, ze moeten evidence-based werken, ... Die hele - wetenschappelijke - evolutie die het huisartsenberoep heeft doorlopen is nog te weinig bekend is, ook bij geneeskundestudenten." De onderzoekers hopen de resultaten dan ook te kunnen aanwenden om de visibiliteit en het imago van huisartsgeneeskunde te verbeteren. Want nog te weinig jonge mensen kiezen voor een carrière als huisarts, zo stellen de onderzoekers.