...

Anne-Cécile Huwart, auteur van het dossier, grijpt terug naar de resultaten van een grootscheepse enquête uit 2011 uitgevoerd door Leen Joos, Inge Glazemakers en Geert Dom (Universiteit Antwerpen), in samenwerking met meerdere artsenverenigingen en het tweemaandelijkse blad De Specialisten (destijds zusterkrant van Artsenkrant, uitgegeven door Roularta).Uit die enquête, bij 1.501 Belgische artsen, bleek dat 18% van de respondenten met problematisch alcoholgebruik te kampen hadden. Ter vergelijking: het percentage Belgen dat overmatig drinkt, wordt op 10% geschat. Médor wijst erop dat specialisten bijna twee keer meer drinken dan de rest van de bevolking. Vooral dan chirurgen, anesthesisten, gynaecologen en psychiaters. Uit de Antwerpse enquête bleek dat zowat één op de vier chirurgen aan 'binge drinking' deden. Vrouwelijke chirurgen hangen overigens twee keer zo vaak in de drank (15,2%) dan de vrouwelijke specialisten in het algemeen (8,9%).Het blad geeft het woord aan enkele artsen en verpleegkundigen, die getuigen over hun verslaving. Daarnaast reikt de auteur een aantal verklaringen aan voor het drankprobleem bij artsen en verpleegkundigen in het ziekenhuis: stress op het werk, een aanzienlijke emotionele belasting, lange werkweken (50 tot 80 uur, vergeleken met 38 uur voor een bediende), productiviteitsdruk en rentabiliteitsvereisten. Meerdere getuigen wijzen ook op de druk door concurrentie binnen het artsenkorps of de hang naar adrenaline.Nog een element dat meespeelt: voor heel wat specialisten is goede wijn en goede sterke drank drinken sociaal aanvaard en zelfs een must. Een glas drinken is bovendien niet iets dat je lang op voorhand hoeft te plannen, je kan het 'last minute' organiseren. "Iets drinken is voor velen een snelle manier om het beloningscircuit te activeren", stelt psychiater en verslavingsdeskundige Catherine Hanak.Gelukkig voor de patiënten, drinken alcoholverslaafde artsen vooral buiten het ziekenhuis en buiten de werkuren. De sociale controle, nog versterkt door het werken in team, heeft een regulerend effect. De ziekenhuiswereld is bovendien, in tegenstelling tot pakweg de horeca, niet cultureel voorbestemd tot het consumeren van alcohol. "Behalve ter gelegenheid van een afscheidsdrink of met nieuwjaar bijvoorbeeld, drinken de meesten niet op het werk."Het dossier in Médor geeft geen cijfers over alcoholconsumptie onder huisartsen. "Toch blijven zij er zeker niet van gespaard", benadrukt Anne-Cécile Huwart. "Integendeel. Door hun isolement zijn ze wellicht nog kwetsbaarder op dat vlak."De lange studieduur - en de daarmee gepaard gaande studentikoze braspartijen - kan eveneens een impact hebben op de overconsumptie van alcohol door artsen. Het magazine wijst erop dat sinds oktober 2016 huisartsen en specialisten met een verslavingsprobleem terecht kunnen bij het platform Arts in Nood. Ook andere psychische problemen, zoals depressie en burn-out, worden daar overigens opgevangen.Tussen half april en 30 juni deed Médor een rondvraag over de rol van alcohol in het dagelijkse leven. 2.600 lezers van het blad vulden de vragenlijst in. Deze 'open enquête' over alcoholverslaving focuste op politici, politieagenten en artsen. "We hebben die twee laatste groepen niet geselecteerd om ze te stigmatiseren, wel omdat ze allebei te maken krijgen met stress, adrenaline, druk (beperking van kosten en middelen), en omdat ze aan de slag zijn in een vaak ontmenselijkte omgeving", zegt journaliste Anne-Cécile Huwart aan Artsenkrant. "Voor de politie heeft voormalig commissarisgeneraal Catherine De Bolle overigens een actieplan opgezet om het alcoholverbruik in commissariaten af te schaffen."(vertaling Veerle Caerels)