...

Dat schrijft het vakblad Belgian Oncology & Hematology News (Bohn) in haar editie van april. Het opmerkelijke en verontrustende cijfermateriaal over burn-out bij assistenten urologie werd voorgesteld op een recent congres van de Europese urologen. Dat had medio maart in Barcelona plaats.Het gaat over een anonieme peiling uitgevoerd bij urologen in opleiding actief in de Verenigde Staten, België, Frankrijk, Italië en Portugal. In de vier bevraagde Europese landen zegt gemiddeld 43,7% van de assistenten urologie opgebrand te zijn.Het is een hoog cijfer, de verschillen tussen de landen zijn wel groot. In België valt het al bij al nog wel mee. Slechts 9,3% van de vaderlandse urologen in opleiding zegt symptomen van burn-out te vertonen tegenover 12,5% in Frankrijk en 30,5% in Portugal. Italië spant de kroon, daar is 45,2% van de assistenten burn-out. Ook de Verenigde Staten scoren slecht met 38%.De oorzaken van al die ellende klinken wel vrij bekend in de oren. De urologen in spe verwijzen naar de hoge werkbelasting tijdens hun opleiding. Vooral de wachtdiensten gedurende de weekends zijn er teveel aan. Een andere belangrijke reden is de exponentiële toename van papieren tijgers en administratieve verplichtingen.Verder spelen problemen in de privésfeer en een verminderde job- en leersatisfactie eveneens een rol. Een aantal respondenten vergeleek zichzelf met robots aan de lopende band. Niet om schroefjes aan te draaien wel met als doel zoveel mogelijk patiënten af te werken zodat de wachtzaal tijdig leeg geraakt.Eenzelfde gevoel van professionele malaise bij de assistenten blijkt bijvoorbeeld ook uit het getuigenis van een uroloog die stelt dat "we er niet zijn om te leren maar wel om de machine te doen draaien". Allicht een bekend fenomeen voor vele artsen in opleiding. Die opleiding zou nochtans in belangrijke mate gericht moeten zijn op kennis- en informatieoverdracht.