Werken aan positieve beeldvorming in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) blijkt nog altijd een bijzonder moeilijke opdracht te zijn. Bij een stigma gaat het meestal over vrij zichtbare kenmerken zoals geslacht, ras,... In de psychiatrie is dat vaak minder zichtbaar. Stigma en zelfstigma kunnen onderscheiden worden. Bij zelfstigma ervaart de persoon een drempel om hulp te zoeken uit schrik om een negatief label te krijgen. In de samenleving overheersen nog te veel vooroordelen t.a.v. psychiatrische patiënten. Die leiden tot een zogenaamde tweede 'stille' aandoening. De stap naar de hulpverlening wordt daardoor veel te laat of zelfs helemaal niet gezet. Er zijn ook gevolgen voor het zorgproces. Psychiatrische patiënten die stigma ervaren, blijken namelijk minder therapietrouw te zijn, vertonen minder vertrouwen in de zorgverleners en breken vaker de hulpverlening af.

We kunnen zeker niet ontkennen dat de laatste decennia onze samenleving op een andere wijze denkt, spreekt en omgaat met psychiatrische patiënten. De vermaatschappelijking van de GGZ en herstelvisie dragen daartoe bij, naast de vele sensibilisatie- en informatiecampagnes. Vorig jaar was er de week van de geestelijke gezondheid. Dit jaar werd het een tiendaags initiatief met als rode draad "Samen veerkrachtig". Vanaf 1 oktober nodigden tal van organisaties met gevarieerde programma's iedereen uit om stil te staan bij zijn of haar geestelijke gezondheid en die van anderen. Dergelijke initiatieven kunnen we alleen maar toejuichen. We kunnen de vraag stellen wat nog meer gedaan kan worden en of het stigma volledig uit de wereld geholpen kan worden? We moeten zeker blijven inzetten op geregeld terugkerende campagnes met evenwel meer de focus op specifieke doelgroepen. Meer wetenschappelijk onderzoek kan ook bijdragen tot positieve beeldvorming. Een belangrijke rol is weggelegd voor de ervaringsdeskundigen. Door hun verhaal krijgt de samenleving een meer genuanceerd beeld van de psychiatrische zorg. Ook de terugbetaling van de psychologische raadpleging zou moeten leiden tot minder stigma.

We moeten aanvaarden dat psychiatrische problemen inherent zijn aan het leven en onze eigen psychische kwetsbaarheid een plaats geven.

Ook zorgverleners en aso's psychiatrie krijgen te maken met een associatief stigma. Onderzoek toont aan dat een grote groep van assistenten af en toe denigrerende opmerkingen krijgt over hun studiekeuze. Laten we voorts niet vergeten dat een grote verantwoordelijkheid voor destigmatisering rust op de schouders van de media. Uitzonderlijke casussen worden onverantwoord uitvergroot, terwijl lovenswaardige projecten met een innoverende zorgdimensie nog veel te weinig aandacht krijgen. En dan is er natuurlijk het tolerantieniveau van onze samenleving. Onze huidige samenleving ziet psychiatrische patiënten nog te veel als personen met een afwijkend gedrag en een bedreiging voor de leefomgeving. We moeten aanvaarden dat psychiatrische problemen inherent zijn aan het leven en onze eigen psychische kwetsbaarheid een plaats geven. Op meerdere fronten moet de strijd tegen het stigma verdergezet worden. Of we er ooit in zullen slagen om het stigma volledig weg te werken, is zeer de vraag. We blijven hoe dan ook ijveren voor en hopen op verdere destigmatisering.

Werken aan positieve beeldvorming in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) blijkt nog altijd een bijzonder moeilijke opdracht te zijn. Bij een stigma gaat het meestal over vrij zichtbare kenmerken zoals geslacht, ras,... In de psychiatrie is dat vaak minder zichtbaar. Stigma en zelfstigma kunnen onderscheiden worden. Bij zelfstigma ervaart de persoon een drempel om hulp te zoeken uit schrik om een negatief label te krijgen. In de samenleving overheersen nog te veel vooroordelen t.a.v. psychiatrische patiënten. Die leiden tot een zogenaamde tweede 'stille' aandoening. De stap naar de hulpverlening wordt daardoor veel te laat of zelfs helemaal niet gezet. Er zijn ook gevolgen voor het zorgproces. Psychiatrische patiënten die stigma ervaren, blijken namelijk minder therapietrouw te zijn, vertonen minder vertrouwen in de zorgverleners en breken vaker de hulpverlening af.We kunnen zeker niet ontkennen dat de laatste decennia onze samenleving op een andere wijze denkt, spreekt en omgaat met psychiatrische patiënten. De vermaatschappelijking van de GGZ en herstelvisie dragen daartoe bij, naast de vele sensibilisatie- en informatiecampagnes. Vorig jaar was er de week van de geestelijke gezondheid. Dit jaar werd het een tiendaags initiatief met als rode draad "Samen veerkrachtig". Vanaf 1 oktober nodigden tal van organisaties met gevarieerde programma's iedereen uit om stil te staan bij zijn of haar geestelijke gezondheid en die van anderen. Dergelijke initiatieven kunnen we alleen maar toejuichen. We kunnen de vraag stellen wat nog meer gedaan kan worden en of het stigma volledig uit de wereld geholpen kan worden? We moeten zeker blijven inzetten op geregeld terugkerende campagnes met evenwel meer de focus op specifieke doelgroepen. Meer wetenschappelijk onderzoek kan ook bijdragen tot positieve beeldvorming. Een belangrijke rol is weggelegd voor de ervaringsdeskundigen. Door hun verhaal krijgt de samenleving een meer genuanceerd beeld van de psychiatrische zorg. Ook de terugbetaling van de psychologische raadpleging zou moeten leiden tot minder stigma.Ook zorgverleners en aso's psychiatrie krijgen te maken met een associatief stigma. Onderzoek toont aan dat een grote groep van assistenten af en toe denigrerende opmerkingen krijgt over hun studiekeuze. Laten we voorts niet vergeten dat een grote verantwoordelijkheid voor destigmatisering rust op de schouders van de media. Uitzonderlijke casussen worden onverantwoord uitvergroot, terwijl lovenswaardige projecten met een innoverende zorgdimensie nog veel te weinig aandacht krijgen. En dan is er natuurlijk het tolerantieniveau van onze samenleving. Onze huidige samenleving ziet psychiatrische patiënten nog te veel als personen met een afwijkend gedrag en een bedreiging voor de leefomgeving. We moeten aanvaarden dat psychiatrische problemen inherent zijn aan het leven en onze eigen psychische kwetsbaarheid een plaats geven. Op meerdere fronten moet de strijd tegen het stigma verdergezet worden. Of we er ooit in zullen slagen om het stigma volledig weg te werken, is zeer de vraag. We blijven hoe dan ook ijveren voor en hopen op verdere destigmatisering.