Dat onze minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid de voorkeur geeft aan het scalpel mag in dat opzicht een vooruitgang zijn. Het nadeel van dit werktuig is dat het behoorlijk scherp kan zijn en eigenlijk in handen van een chirurg thuishoort. In tegenstelling tot een uitschietende kaasschaaf, kan een scalpel in de verkeerde handen dan ook echte schade berokkenen. En dat doet pijn.

Eerste slachtoffer: de wijkgezondheidscentra. Zeven miljoen euro minder en invriezen van het aantal, zo luidt het verdict. Is het niet tegenstrijdig dat we eerst het geld willen zoeken bij degenen die al over weinig beschikken? Wijkgezondheidscentra werden immers oorspronkelijk opgericht om kansarmen een betere toegang tot de gezondheidszorg te verschaffen. Zij zijn de meest kwetsbare groep van onze samenleving want ze hebben duidelijk meer gezondheidsproblemen dan andere mensen. Zonder een goede toegang tot de zorg zullen meer mensen hun problemen laten aanslepen. Door de aankomende besparing riskeren we morgen dus juist meer kosten.

Waar blijft uitgekiende plan om hele gezondheidszorg te hervormen?

Tweede slachtoffer: de ziekenhuizen. Zij moeten het doen met 92 miljoen euro minder. In het huidige financieringsmodel kan dit enkel nefast zijn. In dit systeem wordt een toename van medische activiteiten nog altijd beloond zonder uitvoerig na te gaan of al deze ingrepen en onderzoeken echt noodzakelijk waren. Het overijverige ziekenhuis neemt daarbij middelen weg van de anderen want ze worden uit dezelfde pot gespijsd. Het is een absurde concurrentiestrijd waarbij elk ziekenhuis zijn eigen activiteiten verder opdrijft. Deze kan enkel aanscherpen nu het totale bedrag krimpt.

Derde slachtoffer: de patiënt. Door het nakende - en in sommige gevallen al bestaande - gebrek aan financiering zijn ziekenhuizen genoodzaakt andere strategieën toe te passen om rendabel te blijven. Door bijvoorbeeld de bestaffing van een afdeling te beperken tot het strikte minimum. Of door diensten te schrappen die economisch niets opleveren of zelfs verlies lijden. De kwaliteit van de Belgische gezondheidszorg wordt vandaag vaak geprezen in het buitenland. Hoe zal deze standhouden bij een immer toenemende besparingsdruk?

Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat al deze maatregelen voornamelijk dienen om de cijfers te laten kloppen. Waar blijft dat uitgekiende plan om de hele gezondheidszorg te hervormen? Laat dat scalpel maar in het operatiekwartier en de kaasschaaf in de kast. Er is nu in de eerste plaats nood aan een totaalvisie waarbij we onze sterktes beschermen, onze zwakheden wegwerken en alle middelen op een evenwichtige wijze verdelen. Waarom wachten tot morgen om te werken aan de gezondheidszorg van de toekomst?

Dat onze minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid de voorkeur geeft aan het scalpel mag in dat opzicht een vooruitgang zijn. Het nadeel van dit werktuig is dat het behoorlijk scherp kan zijn en eigenlijk in handen van een chirurg thuishoort. In tegenstelling tot een uitschietende kaasschaaf, kan een scalpel in de verkeerde handen dan ook echte schade berokkenen. En dat doet pijn. Eerste slachtoffer: de wijkgezondheidscentra. Zeven miljoen euro minder en invriezen van het aantal, zo luidt het verdict. Is het niet tegenstrijdig dat we eerst het geld willen zoeken bij degenen die al over weinig beschikken? Wijkgezondheidscentra werden immers oorspronkelijk opgericht om kansarmen een betere toegang tot de gezondheidszorg te verschaffen. Zij zijn de meest kwetsbare groep van onze samenleving want ze hebben duidelijk meer gezondheidsproblemen dan andere mensen. Zonder een goede toegang tot de zorg zullen meer mensen hun problemen laten aanslepen. Door de aankomende besparing riskeren we morgen dus juist meer kosten. Tweede slachtoffer: de ziekenhuizen. Zij moeten het doen met 92 miljoen euro minder. In het huidige financieringsmodel kan dit enkel nefast zijn. In dit systeem wordt een toename van medische activiteiten nog altijd beloond zonder uitvoerig na te gaan of al deze ingrepen en onderzoeken echt noodzakelijk waren. Het overijverige ziekenhuis neemt daarbij middelen weg van de anderen want ze worden uit dezelfde pot gespijsd. Het is een absurde concurrentiestrijd waarbij elk ziekenhuis zijn eigen activiteiten verder opdrijft. Deze kan enkel aanscherpen nu het totale bedrag krimpt.Derde slachtoffer: de patiënt. Door het nakende - en in sommige gevallen al bestaande - gebrek aan financiering zijn ziekenhuizen genoodzaakt andere strategieën toe te passen om rendabel te blijven. Door bijvoorbeeld de bestaffing van een afdeling te beperken tot het strikte minimum. Of door diensten te schrappen die economisch niets opleveren of zelfs verlies lijden. De kwaliteit van de Belgische gezondheidszorg wordt vandaag vaak geprezen in het buitenland. Hoe zal deze standhouden bij een immer toenemende besparingsdruk? Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat al deze maatregelen voornamelijk dienen om de cijfers te laten kloppen. Waar blijft dat uitgekiende plan om de hele gezondheidszorg te hervormen? Laat dat scalpel maar in het operatiekwartier en de kaasschaaf in de kast. Er is nu in de eerste plaats nood aan een totaalvisie waarbij we onze sterktes beschermen, onze zwakheden wegwerken en alle middelen op een evenwichtige wijze verdelen. Waarom wachten tot morgen om te werken aan de gezondheidszorg van de toekomst?