Als radiotherapeut-oncoloog trek ik mij dagelijks het lot aan van kankerpatiënten, doe ik er alles aan om hen te genezen, spreek ik hen moed in en probeer ik hen maximaal te ondersteunen tijdens hun zware therapieën.

Dat is bij momenten zwaar, en na een slechtnieuwsgesprek weegt dat - na ruim 20 jaar - nog steeds geregeld op mij.

De dankbaarheid van patiënten en hun familie geeft mij echter de energie om er telkens weer tegenaan te gaan. En een goednieuwsgesprek, wat ik gelukkig ook geregeld mag voeren, daar word ik zelf ook oprecht blij van.

Recent heeft de ziekte ook mijn gezin getroffen en werd er bij mijn man, op het moment 53 jaar, pancreaskanker vastgesteld. Uit het niets, als een bom. Plots zaten we aan 'de slechte kant' van het bureau.

Het begin van een loodzwaar traject, met zware chemo's, majeure chirurgie, lange revalidatie... Met hoop, optimisme, "alles weg", om vervolgens toch te hervallen - mokerslag -, opnieuw chemo, achteruitgang, verzwakking... Uiteindelijk overleed mijn echtgenoot aan deze vreselijke ziekte, twee jaar na diagnose.

Mijn kijk op de ziekte is erdoor veranderd. Ik heb enorm veel 'geleerd'. Aspecten van zorg die van wezenlijk belang zijn voor de individuele kankerpatiënt, had ik nooit eerder beseft als arts. Dit noodgedwongen moeten meemaken, heeft van mij een ander en wijzer mens én arts gemaakt. Het troost mij dat het overlijden van mijn echtgenoot dan toch nog íets positiefs teweeg gebracht heeft.

Niettegenstaande het complexe en zeldzame karakter van de kanker die mijn man trof, waren we blij dat de optie bestond om die ziekte regionaal te laten behandelen.

Gezien de intensiteit en veelheid van de behandelingen, de bij momenten bijna dagelijkse ziekenhuisbezoeken, scanners, bloednames ... prezen we ons gelukkig dat we ons hiervoor niet ver moesten verplaatsen.

Dagelijks gependel, fileleed en tijdverlies is ons bespaard gebleven.

De beperkte tijd die ons restte wilden we zoveel mogelijk samen met het gezin doorbrengen, in de rust van onze woning of tuin, en niet onderweg naar een ver ziekenhuis.

Dat heeft ons zoveel extra quality time gegeven, tijd die zo schaars en kostbaar was.

En niet alleen dichtbij in geografische termen, maar ook persoonlijk dichtbij, bij de artsen en verpleegkundigen die mijn man goed kenden, en die een grote steun waren.

Nabijheid van zorg dreigt verloren te gaan bij verregaande centralisatie van kankerzorg in al zijn aspecten

Dit liet mij ook toe de zorg voor mijn echtgenoot initieel te blijven combineren met mijn job, wat niet mogelijk was geweest, als ik mijn man dagelijks ver had moeten wegbrengen voor zijn behandeling.

Dit brengt mij bij mijn punt. Kankerzorg verregaand centraliseren om aantallen en kwaliteit te verhogen: het is één ding, maar gaat ten koste van een ander belangrijke aspect, namelijk nabijheid.

Het spreekt voor zich dat elke kankerpatiënt recht heeft op de beste zorg om zijn genezingskansen te maximaliseren. Elke patiënt moet hiervoor kunnen vertrouwen op zijn zorgverstrekkers, waar de diagnose ook gesteld wordt.

Voor bepaalde zeldzame of complexe chirurgische ingrepen het aantal centra beperken is daarom belangrijk en nodig. Hetzelfde geldt uiteraard ook voor o.a. kinderoncologie, protontherapie, daar twijfelt niemand aan.

Maar voor de dagelijkse onderzoeken, bestralingen en chemotherapie, zie ik alleen maar nadelen...

Die behandelingen gebeuren - zoals wij het hebben ervaren vanaf de andere kant van het bureel- écht het best zo dicht mogelijk bij de patiënt.

Ik ben ervan overtuigd dat vele patiënten hun loodzware therapie zullen opgeven, als ze gedwongen worden zich hiervoor dagelijks te verplaatsten naar een verafgelegen ziekenhuis.

Vanuit mijn standpunt als radiotherapeut-oncoloog, ken ik alleen maar vele collegae radiotherapeuten en oncologen die erg toegewijd zijn, zich subspecialiseren, samenwerken en overleggen en alleen tevreden zijn met topzorg.

Dit niet alleen in de grote universitaire centra, maar eigenlijk in - naar mijn weten - alle radiotherapie-afdelingen in Vlaanderen. Al die centra hebben trouwens geïnvesteerd in hooggespecialiseerde medewerkers en topapparatuur.

Nabijheid van zorg, niet alleen letterlijk, geografisch, maar ook figuurlijk, dichtbij, warm en persoonlijk. Het is een aspect dat helemaal ondergesneeuwd is en te weinig aan bod komt in de recente debatten over centralisatie van de kankerzorg in België.

Nabijheid van zorg dreigt verloren te gaan bij al te verregaande centralisatie van de kankerzorg in al zijn aspecten.

Als radiotherapeut-oncoloog trek ik mij dagelijks het lot aan van kankerpatiënten, doe ik er alles aan om hen te genezen, spreek ik hen moed in en probeer ik hen maximaal te ondersteunen tijdens hun zware therapieën.Dat is bij momenten zwaar, en na een slechtnieuwsgesprek weegt dat - na ruim 20 jaar - nog steeds geregeld op mij. De dankbaarheid van patiënten en hun familie geeft mij echter de energie om er telkens weer tegenaan te gaan. En een goednieuwsgesprek, wat ik gelukkig ook geregeld mag voeren, daar word ik zelf ook oprecht blij van.Recent heeft de ziekte ook mijn gezin getroffen en werd er bij mijn man, op het moment 53 jaar, pancreaskanker vastgesteld. Uit het niets, als een bom. Plots zaten we aan 'de slechte kant' van het bureau.Het begin van een loodzwaar traject, met zware chemo's, majeure chirurgie, lange revalidatie... Met hoop, optimisme, "alles weg", om vervolgens toch te hervallen - mokerslag -, opnieuw chemo, achteruitgang, verzwakking... Uiteindelijk overleed mijn echtgenoot aan deze vreselijke ziekte, twee jaar na diagnose.Mijn kijk op de ziekte is erdoor veranderd. Ik heb enorm veel 'geleerd'. Aspecten van zorg die van wezenlijk belang zijn voor de individuele kankerpatiënt, had ik nooit eerder beseft als arts. Dit noodgedwongen moeten meemaken, heeft van mij een ander en wijzer mens én arts gemaakt. Het troost mij dat het overlijden van mijn echtgenoot dan toch nog íets positiefs teweeg gebracht heeft. Niettegenstaande het complexe en zeldzame karakter van de kanker die mijn man trof, waren we blij dat de optie bestond om die ziekte regionaal te laten behandelen. Gezien de intensiteit en veelheid van de behandelingen, de bij momenten bijna dagelijkse ziekenhuisbezoeken, scanners, bloednames ... prezen we ons gelukkig dat we ons hiervoor niet ver moesten verplaatsen.Dagelijks gependel, fileleed en tijdverlies is ons bespaard gebleven.De beperkte tijd die ons restte wilden we zoveel mogelijk samen met het gezin doorbrengen, in de rust van onze woning of tuin, en niet onderweg naar een ver ziekenhuis. Dat heeft ons zoveel extra quality time gegeven, tijd die zo schaars en kostbaar was.En niet alleen dichtbij in geografische termen, maar ook persoonlijk dichtbij, bij de artsen en verpleegkundigen die mijn man goed kenden, en die een grote steun waren.Dit liet mij ook toe de zorg voor mijn echtgenoot initieel te blijven combineren met mijn job, wat niet mogelijk was geweest, als ik mijn man dagelijks ver had moeten wegbrengen voor zijn behandeling.Dit brengt mij bij mijn punt. Kankerzorg verregaand centraliseren om aantallen en kwaliteit te verhogen: het is één ding, maar gaat ten koste van een ander belangrijke aspect, namelijk nabijheid.Het spreekt voor zich dat elke kankerpatiënt recht heeft op de beste zorg om zijn genezingskansen te maximaliseren. Elke patiënt moet hiervoor kunnen vertrouwen op zijn zorgverstrekkers, waar de diagnose ook gesteld wordt.Voor bepaalde zeldzame of complexe chirurgische ingrepen het aantal centra beperken is daarom belangrijk en nodig. Hetzelfde geldt uiteraard ook voor o.a. kinderoncologie, protontherapie, daar twijfelt niemand aan. Maar voor de dagelijkse onderzoeken, bestralingen en chemotherapie, zie ik alleen maar nadelen...Die behandelingen gebeuren - zoals wij het hebben ervaren vanaf de andere kant van het bureel- écht het best zo dicht mogelijk bij de patiënt.Ik ben ervan overtuigd dat vele patiënten hun loodzware therapie zullen opgeven, als ze gedwongen worden zich hiervoor dagelijks te verplaatsten naar een verafgelegen ziekenhuis.Vanuit mijn standpunt als radiotherapeut-oncoloog, ken ik alleen maar vele collegae radiotherapeuten en oncologen die erg toegewijd zijn, zich subspecialiseren, samenwerken en overleggen en alleen tevreden zijn met topzorg. Dit niet alleen in de grote universitaire centra, maar eigenlijk in - naar mijn weten - alle radiotherapie-afdelingen in Vlaanderen. Al die centra hebben trouwens geïnvesteerd in hooggespecialiseerde medewerkers en topapparatuur.Nabijheid van zorg, niet alleen letterlijk, geografisch, maar ook figuurlijk, dichtbij, warm en persoonlijk. Het is een aspect dat helemaal ondergesneeuwd is en te weinig aan bod komt in de recente debatten over centralisatie van de kankerzorg in België.Nabijheid van zorg dreigt verloren te gaan bij al te verregaande centralisatie van de kankerzorg in al zijn aspecten.