...

De covidcrisis trof Europese landen hard. Modellering speelde in vele landen een belangrijke rol in het beleid. Maar er waren grote verschillen tussen de landen in de mate waarin dat het geval was, en in de modellen die werden gebruikt. Dat laatste was sterk afhankelijk van de beschikbare data in elk land, en de kwaliteit ervan.Er kwam vanuit het publiek vaak ook kritiek op de modellen. Gemaakte voorspellingen kwamen vaak niet uit. Maar dat is vaak ook niet de bedoeling omdat modellen de alertheid moeten vergroten, maatregelen en interventies moeten aansturen en dus zelf de voorspelde evolutie wijzigen.UitwisselingDe publicatie in het Amerikaanse, peer reviewed tijdschrift Health Affairs bekijkt hoe de modellering tot stand kwamen, welke modellen er gebruikt werden en welke verschillende rollen ze vaak in uiteenlopende situaties spelen - van analyse van de eigenlijke stand van zaken, over projecties gemaakt bij verschillende scenario's tot evaluatie van het beleid dat gevoerd is.De auteurs komen uit België, Frankrijk, Nederland, Italië, Portugal, Zwitserland en het VK. Voor België werkte Niel Hens mee aan de publicatie, maar ook Christel Faes, Philippe Beutels en Lander Willem. Eerste auteur is Mark Jit van de London School of Hygiene and Tropical Medicine."Met deze publicatie kijken we terug naar een turbulente periode, waarin velen dag en nacht werkten in de strijd tegen het coronavirus. Het is een eerste reflectie op wat goed ging, welke lessen we hebben geleerd en waar we nu mee aan de slag moeten gaan om beter voorbereid te zijn mocht een nieuwe pandemie zich voordoen", zegt professor Niel Hens.De samenwerking past in het Europese Escape-project (www.escapepandemics.com), gefinancierd vanuit EU Horizon 2020, en gecoördineerd vanuit de Universiteit Hasselt. De grote opzet van Escape is de preparedness van landen bij pandemieën te vergroten, betere tools voor modellering te ontwikkelen, daarbij meer uitwisseling en samenwerking tussen de wetenschappers uit de lidstaten tot stand te brengen, maar zeker ook om de communicatie tussen wetenschappers en het beleid te verbeteren.Zeer belangrijk, op mondiaal niveau, is ook de snelle beschikbaarheid van data van goede kwaliteit.Communicatie"Om wetenschappelijke inzichten snel en efficiënt aan beleidsvragen en -implementaties te koppelen, is er een goede samenwerking tussen academici en beleidsmakers nodig. Taalverwarring, gebrek aan kennis van elkaars expertise en bevoegdheden moeten we vermijden want dat zorgt voor vertraging", zegt prof. dr. Mark Jit.Ook de communicatie met het publiek moet beter, bijvoorbeeld om de rol en het belang van modellering preciezer toe te lichten.Een les uit de covidpandemie was dat modellering ook te veel focuste op interventies die de uitkomsten van de epidemie moesten verbeteren. De biologische modellen scharnierden niet goed met de economische modellering. Er was onvoldoende aandacht voor het mentale welzijn, politieke aspecten en de educatieve sector.Wetenschappers moeten beter getraind worden in vaardigheden die traditioneel niet zozeer bij hun domein horen - met name communicatievaardigheden en het hanteren van een meer uniforme taal die maakt dat iedereen elkaar begrijpt. Dat houdt ook in dat de traditionele beloningsstructuren in de academische wereld worden herbekeken. Er moet meer erkenning zijn voor de bijdrage aan beleidsvorming en communicatie naar het grote publiek.Het artikel in Health Affairs vindt u hier terug.