Het artikel 'Evy at als kind slechts vijf dingen, waaronder frieten en chips. Na ruim 20 jaar ontdekte ze puur toevallig wat er echt scheelt' in Het Nieuwsblad van zaterdag 13 januari jl. zet aan tot denken. Voor alle duidelijkheid, ik spreek me niet uit over het individuele verhaal van Evy Marchal.

ARFID is de afkorting van Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder. Dit acroniem is te vinden onder het hoofdstuk van eetstoornissen in DSM-5 - een Amerikaans classificatiesysteem dat wereldwijd wordt gebruikt. Het Esperanto van de psychiatrie, de Bijbel van de psychiatrie...

Ze getuigen van het overtrokken belang eraan besteed . Aan de hand van het krantenartikel wordt verhelderd waar de DSM-classificatie wél voor staat.

Het is en blijft een beschrijvende classificatie. Ziektebeelden zijn een verzameling van symptomen - niets meer en niets minder. Dit heeft als gevolg dat over mogelijke verklaringen en de te volgen behandelingen er geen aanknopingspunten zijn. In die zin zijn ze betekenisloos.

Daar knelt het schoentje. Psychische aandoeningen zijn per definitie betekenisvol. Een depressie, een psychose - bijvoorbeeld - vallen niet zomaar uit de lucht. De persoon en context zijn cruciaal bij een psychische aandoening. Het belang voor de praktijk is immens. Het risico bestaat dat enkel de symptomen behandeld worden en de problemen die aan de grondslag liggen onvoldoende of niet in de therapie bewerkt worden.

Een ander en groter probleem, ondertussen gemeengoed geworden, is dit van de 'labeling'. DSM leent zich uitstekend om uit het grote aanbod (op zijn minst meer dan 300 diagnoses) altijd wel een of ander label te vinden. Voor elk wat wils.

De gevolgen in de klinische praktijk zijn eveneens desastreus. Een individu kan van het ene naar het andere label verhuizen, of kan er verschillende op zijn bord krijgen. Dit leidt tot verwarring en onduidelijkheid. Vandaar de veel gestelde vraag: 'maar wat scheelt er met mij?', 'zeg me wat ik heb?'. Is er een uitweg uit dit doolhof?

Dé oplossing bestaat niet als het over menselijke problemen gaat, maar een stap in de goede richting is ondertussen gezet. Dit is het streven naar een vereenvoudiging van het aantal diagnoses. In plaats van een versplinterde en een onsamenhangende classificatie ontwikkelt zich een nieuwe beweging om een beperkt aantal brede diagnoses te weerhouden.

Dit maakt grote kans om labeling en ander gebruik, zelfs misbruik te voorkomen. Dit komt ten goede aan de behandeling. Er kan duidelijker afgelijnd worden waarin persoon en context vastzitten. De behandeling kan afgestemd worden.

Terug naar het artikel. Eat it: niet verder kijken dan de symptomen lang zijn. Beat it: betekenis bevrijdt.

Het artikel 'Evy at als kind slechts vijf dingen, waaronder frieten en chips. Na ruim 20 jaar ontdekte ze puur toevallig wat er echt scheelt' in Het Nieuwsblad van zaterdag 13 januari jl. zet aan tot denken. Voor alle duidelijkheid, ik spreek me niet uit over het individuele verhaal van Evy Marchal.ARFID is de afkorting van Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder. Dit acroniem is te vinden onder het hoofdstuk van eetstoornissen in DSM-5 - een Amerikaans classificatiesysteem dat wereldwijd wordt gebruikt. Het Esperanto van de psychiatrie, de Bijbel van de psychiatrie... Ze getuigen van het overtrokken belang eraan besteed . Aan de hand van het krantenartikel wordt verhelderd waar de DSM-classificatie wél voor staat.Het is en blijft een beschrijvende classificatie. Ziektebeelden zijn een verzameling van symptomen - niets meer en niets minder. Dit heeft als gevolg dat over mogelijke verklaringen en de te volgen behandelingen er geen aanknopingspunten zijn. In die zin zijn ze betekenisloos. Daar knelt het schoentje. Psychische aandoeningen zijn per definitie betekenisvol. Een depressie, een psychose - bijvoorbeeld - vallen niet zomaar uit de lucht. De persoon en context zijn cruciaal bij een psychische aandoening. Het belang voor de praktijk is immens. Het risico bestaat dat enkel de symptomen behandeld worden en de problemen die aan de grondslag liggen onvoldoende of niet in de therapie bewerkt worden.Een ander en groter probleem, ondertussen gemeengoed geworden, is dit van de 'labeling'. DSM leent zich uitstekend om uit het grote aanbod (op zijn minst meer dan 300 diagnoses) altijd wel een of ander label te vinden. Voor elk wat wils. De gevolgen in de klinische praktijk zijn eveneens desastreus. Een individu kan van het ene naar het andere label verhuizen, of kan er verschillende op zijn bord krijgen. Dit leidt tot verwarring en onduidelijkheid. Vandaar de veel gestelde vraag: 'maar wat scheelt er met mij?', 'zeg me wat ik heb?'. Is er een uitweg uit dit doolhof? Dé oplossing bestaat niet als het over menselijke problemen gaat, maar een stap in de goede richting is ondertussen gezet. Dit is het streven naar een vereenvoudiging van het aantal diagnoses. In plaats van een versplinterde en een onsamenhangende classificatie ontwikkelt zich een nieuwe beweging om een beperkt aantal brede diagnoses te weerhouden. Dit maakt grote kans om labeling en ander gebruik, zelfs misbruik te voorkomen. Dit komt ten goede aan de behandeling. Er kan duidelijker afgelijnd worden waarin persoon en context vastzitten. De behandeling kan afgestemd worden.Terug naar het artikel. Eat it: niet verder kijken dan de symptomen lang zijn. Beat it: betekenis bevrijdt.