In het opiniestuk van dd. 6 april 2023 van de hand van collega Marc Cosyns van UGent wordt er aandacht besteed aan de betreurde em. Prof. Michel Vanhoorne (1935-2023), maar ook aan de arbeidsgeneeskunde tout court. Als oud-student van wijlen Prof. Vanhoorne wil ik de arbeidsgeneeskunde eens in de kijker zetten. Hoewel collega Vanhoorne anno 1978 gezegd zou hebben: "Ik heb niemand gekend die bij de aanvang van zijn studies geneeskunde arbeidsgeneesheer als zijn toekomst zag", moet ik toch zeggen dat ik dan allicht sinds 1989 de witte raaf in het werkveld ben.

De bakermat van de Arbeidsgeneeskunde 0.0 ligt eind jaren '60. Vijfenvijftig jaar geleden regende het in Parijs, en druppelde het in de Brusselse doopvont. Zoals voorheen vaak gebeurde na een doortocht van Napoleon Bonaparte. De invulling gebeurde eerst met huisartsen die ook medische dienstverlening gingen aanbieden aan grotere bedrijven, vaak multinationals. De opleiding tot de toenmalige "arbeidsgeneesheer" bestond uit één jaar op de schoolbanken vertoeven. Anno 2023 is ze uitgegroeid tot een volwaardige master-na-master opleiding met een looptijd van minimum vier jaar, met als apotheose de masterproef.

In 1996 kwam er de zogenaamde Wet Welzijn op het Werk, met Uitvoeringsbesluiten gepubliceerd in 1998, die de Arbeidsgeneeskunde 1.0 zou vormgeven. De arbeidsgeneeskundige diensten werden Interne of Externe Diensten voor Preventie en Bescherming op het Werk vzw's (IDPBW en EDPBW). De arbeidsarts dient sindsdien op een multidisciplinaire manier samen te werken met ergonomen, psychologen, arbeidshygiënisten en preventieadviseurs arbeidsveiligheid, die massaal hun intrede deden in de diensten.

Onbekend maakt onbemind: Sergio Herman zou het wellicht omschrijven als geen 'sexy beroepken'. Dagdagelijks merk ik dat de arbeidsgeneeskunde nog steeds slecht gekend is bij collega's van andere disciplines. Maar ook bij het gewone publiek worden we vaak gezien als "controleurs", hoewel we juist een adviserende rol dienen te vervullen: preventieadviseur.

Sergio Herman zou de arbeidsgeneeskunde wellicht omschrijven als geen 'sexy beroepken'

Een grote groep Belgen werkt of heeft gewerkt, en wordt of werd daarbij blootgesteld aan bepaalde beroepsrisico's (risico op beroepsziekte of arbeidsongeval). Deze risico's kunnen van velerlei aard zijn: biologische risico's (infectieziektes), chemische risico's (solventen, zware metalen,...), fysische risico's (lawaai, trillingen,...), ergonomische risico's (tillen van lasten, computerwerk,...) en psychosociale risico's (mobbing, burn-out,...). Al deze risico's in kaart brengen en beoordelen, de zogenaamde risicoanalyse of risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE), dient een samenspel te zijn van alle partners binnen een IDPBW of EDPBW.

Back to the future! Deze keer komt Michael J. Fox in de era van Arbeidsgeneeskunde 2.0 terecht, en maakte kennis met Re-integratie 1.0 (2016) en vrij recent Re-integratie 2.0 (2022). Er is nog veel werk aan de winkel om de arbeidsongeschikte werknemers aan het werk te krijgen. De arbeidsgeneeskunde moet weer en meer aan primaire en secundaire preventie kunnen doen: preventieadviseur. De tertiaire preventie mag niet de hoofdzaak gaan uitmaken van ons prachtig beroep. De hoofdtaak komt momenteel te liggen op beoordelingen van medische overmacht (in volksmond: ontslag om medische redenen) en evalueren of aangepast of ander werk verricht kan worden binnen hetzelfde bedrijf (re-integratie). De meer routinematige taken worden nu al gedaan door de bedrijfsverpleegkundige, onder supervisie van de arbeidsarts. De vraag is of professor Vanhoorne zich niet zou omdraaien onder de kersenbomen als hij "zijn" arbeidsgeneeskunde anno 2023 zou mogen ervaren.

In het opiniestuk van dd. 6 april 2023 van de hand van collega Marc Cosyns van UGent wordt er aandacht besteed aan de betreurde em. Prof. Michel Vanhoorne (1935-2023), maar ook aan de arbeidsgeneeskunde tout court. Als oud-student van wijlen Prof. Vanhoorne wil ik de arbeidsgeneeskunde eens in de kijker zetten. Hoewel collega Vanhoorne anno 1978 gezegd zou hebben: "Ik heb niemand gekend die bij de aanvang van zijn studies geneeskunde arbeidsgeneesheer als zijn toekomst zag", moet ik toch zeggen dat ik dan allicht sinds 1989 de witte raaf in het werkveld ben. De bakermat van de Arbeidsgeneeskunde 0.0 ligt eind jaren '60. Vijfenvijftig jaar geleden regende het in Parijs, en druppelde het in de Brusselse doopvont. Zoals voorheen vaak gebeurde na een doortocht van Napoleon Bonaparte. De invulling gebeurde eerst met huisartsen die ook medische dienstverlening gingen aanbieden aan grotere bedrijven, vaak multinationals. De opleiding tot de toenmalige "arbeidsgeneesheer" bestond uit één jaar op de schoolbanken vertoeven. Anno 2023 is ze uitgegroeid tot een volwaardige master-na-master opleiding met een looptijd van minimum vier jaar, met als apotheose de masterproef.In 1996 kwam er de zogenaamde Wet Welzijn op het Werk, met Uitvoeringsbesluiten gepubliceerd in 1998, die de Arbeidsgeneeskunde 1.0 zou vormgeven. De arbeidsgeneeskundige diensten werden Interne of Externe Diensten voor Preventie en Bescherming op het Werk vzw's (IDPBW en EDPBW). De arbeidsarts dient sindsdien op een multidisciplinaire manier samen te werken met ergonomen, psychologen, arbeidshygiënisten en preventieadviseurs arbeidsveiligheid, die massaal hun intrede deden in de diensten.Onbekend maakt onbemind: Sergio Herman zou het wellicht omschrijven als geen 'sexy beroepken'. Dagdagelijks merk ik dat de arbeidsgeneeskunde nog steeds slecht gekend is bij collega's van andere disciplines. Maar ook bij het gewone publiek worden we vaak gezien als "controleurs", hoewel we juist een adviserende rol dienen te vervullen: preventieadviseur.Een grote groep Belgen werkt of heeft gewerkt, en wordt of werd daarbij blootgesteld aan bepaalde beroepsrisico's (risico op beroepsziekte of arbeidsongeval). Deze risico's kunnen van velerlei aard zijn: biologische risico's (infectieziektes), chemische risico's (solventen, zware metalen,...), fysische risico's (lawaai, trillingen,...), ergonomische risico's (tillen van lasten, computerwerk,...) en psychosociale risico's (mobbing, burn-out,...). Al deze risico's in kaart brengen en beoordelen, de zogenaamde risicoanalyse of risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE), dient een samenspel te zijn van alle partners binnen een IDPBW of EDPBW. Back to the future! Deze keer komt Michael J. Fox in de era van Arbeidsgeneeskunde 2.0 terecht, en maakte kennis met Re-integratie 1.0 (2016) en vrij recent Re-integratie 2.0 (2022). Er is nog veel werk aan de winkel om de arbeidsongeschikte werknemers aan het werk te krijgen. De arbeidsgeneeskunde moet weer en meer aan primaire en secundaire preventie kunnen doen: preventieadviseur. De tertiaire preventie mag niet de hoofdzaak gaan uitmaken van ons prachtig beroep. De hoofdtaak komt momenteel te liggen op beoordelingen van medische overmacht (in volksmond: ontslag om medische redenen) en evalueren of aangepast of ander werk verricht kan worden binnen hetzelfde bedrijf (re-integratie). De meer routinematige taken worden nu al gedaan door de bedrijfsverpleegkundige, onder supervisie van de arbeidsarts. De vraag is of professor Vanhoorne zich niet zou omdraaien onder de kersenbomen als hij "zijn" arbeidsgeneeskunde anno 2023 zou mogen ervaren.