Zo'n 40 procent van de artsen in opleiding kreeg dus al te maken met grensoverschrijdend gedrag tijdens stages of op de werkvloer. Bij huisartsen in opleiding loopt dit cijfer zelfs op tot 53 procent. De meeste incidenten hebben betrekking op "ongewenste opmerkingen en uitnodigingen". In 8 procent van de gevallen ging het echter over fysieke vormen zoals ongewenste aanraking en in enkele gevallen zelfs orale of vaginale penetratie, zo stelt VGSO vast. De plegers waren doorgaans patiënten, personeelsleden of andere studenten.

Aanleiding voor VGSO om het onderzoek uit te voeren waren de opvallende resultaten van een gelijkaardige studie in Nederland enkele jaren geleden en "straffe verhalen die sporadisch de ronde doen", zegt voorzitter Nicolas Degryse in een persbericht.

Hulp zoeken en vinden

Uit de VGSO-bevraging blijkt ook dat meer dan de helft van de respondenten niet weet hoe te reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag, of waar hulp men hulp kan vinden.

De vereniging wil samen met de faculteiten en onderwijsraden een beleid uittekenen om bestaande contact- en steunpunten vlot toegankelijk te maken, alsook om de kennis erover onder studenten te vergroten.

Daarnaast ziet VGSO ook een rol weggelegd voor gedragscodes en communicatietraining "waarbij studenten duidelijk wordt aangeleerd waar ze een grens moeten trekken en hoe te reageren wanneer zij of iemand in hun omgeving slachtoffer wordt van ongepast gedrag".

In haar oproep om de omkadering en opleiding van jonge artsen nog verder te verbeteren, ziet VGSO zich alvast gesteund door het HAIO Overleg Platform (HOP), de vereniging van huisartsen in opleiding en VASO, de Vlaamse vereniging voor artsen-specialisten in opleiding. Die laatste pleit al jaren voor de oprichting van een onafhankelijke ombudsdienst waar problemen gemeld kunnen worden.

De volledige resultaten van het onderzoek werden gepubliceerd in het vakblad BMC Medical Education.

Zo'n 40 procent van de artsen in opleiding kreeg dus al te maken met grensoverschrijdend gedrag tijdens stages of op de werkvloer. Bij huisartsen in opleiding loopt dit cijfer zelfs op tot 53 procent. De meeste incidenten hebben betrekking op "ongewenste opmerkingen en uitnodigingen". In 8 procent van de gevallen ging het echter over fysieke vormen zoals ongewenste aanraking en in enkele gevallen zelfs orale of vaginale penetratie, zo stelt VGSO vast. De plegers waren doorgaans patiënten, personeelsleden of andere studenten.Aanleiding voor VGSO om het onderzoek uit te voeren waren de opvallende resultaten van een gelijkaardige studie in Nederland enkele jaren geleden en "straffe verhalen die sporadisch de ronde doen", zegt voorzitter Nicolas Degryse in een persbericht. Hulp zoeken en vindenUit de VGSO-bevraging blijkt ook dat meer dan de helft van de respondenten niet weet hoe te reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag, of waar hulp men hulp kan vinden.De vereniging wil samen met de faculteiten en onderwijsraden een beleid uittekenen om bestaande contact- en steunpunten vlot toegankelijk te maken, alsook om de kennis erover onder studenten te vergroten.Daarnaast ziet VGSO ook een rol weggelegd voor gedragscodes en communicatietraining "waarbij studenten duidelijk wordt aangeleerd waar ze een grens moeten trekken en hoe te reageren wanneer zij of iemand in hun omgeving slachtoffer wordt van ongepast gedrag". In haar oproep om de omkadering en opleiding van jonge artsen nog verder te verbeteren, ziet VGSO zich alvast gesteund door het HAIO Overleg Platform (HOP), de vereniging van huisartsen in opleiding en VASO, de Vlaamse vereniging voor artsen-specialisten in opleiding. Die laatste pleit al jaren voor de oprichting van een onafhankelijke ombudsdienst waar problemen gemeld kunnen worden. De volledige resultaten van het onderzoek werden gepubliceerd in het vakblad BMC Medical Education.