...

In 2010 verstuurde Domus Medica naar alle Vlaamse huisartsen de bekende gezondheidsgids en preventieplan. "Ik vond dat meteen een erg nuttig instrument om een snel preventieoverzicht te krijgen per patiënt. Ik heb dat gekoppeld aan de richtlijn om te screenen naar dikkedarmkanker. Een richtlijn die tot nu toe in de meeste praktijken zelden werd toegepast. Daarom vond ik het interessant om een preventieplan in een groepspraktijk in te voeren en gelijktijdig te meten welke impact dit plan had op de screening naar colorectaalkanker. Ik ben ook nagegaan wat wij als huisartsen hierbij kunnen betekenen", licht Tine Ruymbeke toe.VragenlijstNaast een literatuurstudie naar de waarde van het preventieplan, voerde dokter Ruymbeke ook een praktijkonderzoek uit, in de groepspraktijk in Beveren waar ze vandaag aan de slag is. "We hebben gedurende vijf maanden aan alle patiënten tussen 45 en 74 jaar die de praktijk bezochten, de vragenlijst van het preventieplan meegegeven. Die moesten ze thuis zelf invullen. Tegelijk werden de patiënten door de huisarts ook gemotiveerd om nadien met de ingevulde lijst op preventieconsult te komen. In totaal werden op vijf maanden tijd 435 vragenlijsten uitgedeeld door drie huisartsen. De respons daarop was vrij goed: 189 patiënten (43,5%) kwam op preventieconsult tijdens die maanden of kort nadien. Bij elk consult gingen we telkens na of iemand in aanmerking kwam voor een FOBT of een coloscopie. Bij zeven op de tien (69%) was een FOBT-test aangewezen.Zo'n 66% van die doelgroep heeft ook effectief die test uitgevoerd. Uiteindelijk gaf geen enkele uitgevoerde FOBT een positief resultaat. Bij de groep die niet in aanmerking kwam, werden 12 personen doorverwezen voor coloscopie omwille van familiale anamnese of door de aanwezigheid van een alarmsymptoom."De hoge deelnamecijfers moeten wel enigszins genuanceerd worden. "We moeten ons realiseren dat niet alle patiënten uit de doelgroep worden bereikt, maar in de eerste plaats degenen die al gemotiveerd zijn. Mogelijk geven artsen - bewust of onbewust -vragenlijsten eerder mee aan patiënten die erom vragen of die zelf interesse tonen. Ik heb dit onderzoek ook vergeleken met de borstkankerscreening. Van alle vrouwen die deelnamen aan FOBT, laat 90% ook een mammografie uitvoeren. De studie geeft aan dat we ook bij diegenen die al preventie-minded waren nog heel wat preventie-acties konden ondernemen. Maar de grootste uitdaging voor huisartsen wordt wel het bereiken van die niet - gemotiveerde groep. Hier zullen we de grootste preventiewinst kunnen halen."Invloed van de huisarts Dat patiënten bereid zijn om een - voor hen nieuwe - stoelgangtest uit te voeren, heeft veel te maken met de rol van hun huisarts. Meer dan de helft van de deelnemers aan het onderzoek geeft aan dit te doen omdat de huisarts het hen aanraadt. Zo'n 80% van de deelnemers meent dat hoe meer je kan screenen, hoe beter. Minder gegevens zijn er over de redenen waarom patiënten niet wilden deelnemen. Ook bij patiënten met een familiaal verhoogd risico is de rol van de huisarts heel duidelijk tot uiting gekomen. "Precies de kennis van hun achtergrond is noodzakelijk om die patiënten te kunnen detecteren en ze tijdig te laten onderzoeken. Het preventieplan biedt daarvoor een ideaal instrument om de nodige relevante informatie te bekomen van patiënten.""Onderzoek naar de rol van de huisarts bij FOBT op grote schaal ontbreekt nog. Bij borstkankerscreening is het belang van de huisarts wel aangetoond. Het zou interessant zijn om de rol van de huisarts bij FOBT op te volgen. Zeker met het oog op de invoering van het bevolkingsonderzoek in 2014 naar dikkedarmkanker. Vanaf dan zal de huisarts de aandacht kunnen richten op het opvolgen van patiënten en op de niet-deelnemers aan het bevolkingsonderzoek, in plaats van zich bezig te houden met de organisatie van de screening op zich."PreventieconsultHet onderzoek van Tine Ruymbeke bevestigt het nut van een preventieconsult. "Binnen de huisartsenkring in Beveren hebben we beslist om voor het preventieconsult geen remgeld aan te rekenen, om de drempel voor de patiënten te verlagen. Ook voor de artsen moeten er drempels gesloopt worden. Bij mijn onderzoek in de praktijk werd duidelijk dat het uitvoeren van verschillende preventieconsulten op één dag toch een behoorlijk zware druk legt op de dagelijkse werking. Tijdens winterperioden is dit quasi onmogelijk om uit te voeren. Zo'n consult neemt gemiddeld 15 à 20 minuten in beslag aan meten, wegen, onderzoeken en een bespreking. Dat is zeker het geval bij een eerste consult. Administratieve ondersteuning of de hulp van een verpleegkundige of praktijkassistent zouden hier kunnen helpen om meer huisartsen over de streep te halen."