...

Anno 2016 bevindt het hoofdkwartier van Qompium zich op de campus van Corda Incubator in Hasselt, maar ooit is de start-up begonnen in de kelder van het Ziekenhuis Oost-Limburg. "Letterlijk, ja", lacht CEO Kobe Leysen. Bij wijze van masterproef heeft hun app FibriCheck er voorkamerfibrillatie (VKF) leren opsporen. Het is de meest voorkomende hartritmestoornis, meer dan 12,5 miljoen Europeanen lijden eraan. Zonder correcte behandeling is het risico op een beroerte door de vorming van bloedklonters vijf keer zo groot. "Wetende dat er jaarlijks 13.000 beroertes voorkomen, kost dat onze gezondheidszorg 200 miljoen euro", zegt Operations Officer Jo Van der Auwera. "Dat zijn dus niet alleen heel veel mensen die we zouden kunnen helpen, maar ook veel kosten die zo bespaard kunnen worden."Dat het leven soms een onverwachte wending kan nemen, ondervonden de jongens in levende lijve. In 2014 organiseerde gezondheidszorggigant Bayer een acceleratorprogramma, dat innovatieve 'digital health' start-ups wil ondersteunen. Het viertal werd een van de vijf winnaars van het 'Grants4Apps' initiatief en kreeg een cheque ter waarde van 50.000 euro. Ze mochten ook 100 dagen aan hun app gaan werken op Bayers' campus in Berlijn, waar ze gecoacht werden door verschillende experts. "Het is daar dat we echt de switch hebben gemaakt van researchproject naar product", zegt Kobe Leysen.In Berlijn is ook de naam Qompium ontstaan. "Onze begeleider stormde binnen: 'Mannen, jullie hebben exact een uur om een bedrijfsnaam te vinden!' We zijn toen als gekken ideeën beginnen te spuien: Champion, Quantified Self, Company along the road... Tot een van ons plots een ingeving had. Qompium dus. Dat vonden we allemaal wel goed klinken, maar zoek er verder niets achter (lacht)." De slogan, 'A doctor in your pocket' is wel goed uitgedokterd. "Wat wij beogen, is cardiologen een tool geven om het gat op te vullen tussen het moment dat hun patiënt behandeld wordt en het moment dat hij of zij op controle komt - zo'n zes weken later", legt Jo Van der Auwera uit. "In die periode krijgen sommige patiënten weer last van hartritmestoornissen en lopen ze dus opnieuw een verhoogd risico op beroerte. Zo pikte onze app tijdens de klinische studies al verschillende patiënten op, waarop de arts besliste om ze vervroegd naar de raadpleging te laten komen ? zodat er sneller kon ingegrepen worden." Patiënten blijken ook gemotiveerd om de metingen te blijven uitvoeren. "We adviseren om hun hartritme tweemaal per dag te meten. Uit ons onderzoek blijkt dat ze dat gemiddeld 3,7 keer doen. Deze aanpak werkt dus."Of ik een demonstratie wil? Ik kan niet ontkennen dat ik een beetje vrees dat er iets abnormaals wordt gedetecteerd - een beetje hypochondrie is mij niet vreemd. Ik moet mijn wijsvinger tegen de camera van een iPhone houden. In de camera van smartphones zit een lichtsensor, legt Kobe Leysen uit. Telkens als ons hart klopt, wordt er bloed door de bloedvaten gestuwd en registreert de camera een verandering in de lichtintensiteit. Om dat signaal te kunnen analyseren, heeft ingenieur Lenn Drijkoningen een specifiek algoritme ontwikkeld. Dat algoritme analyseert de meting en classificeert die als normaal of afwijkend. Afhankelijk van de ritmestoornis krijgt de meting ook een prioriteit toegewezen. Na zestig seconden krijg ik het resultaat: alles blijkt normaal te zijn. Enigszins opgelucht kan ik het gesprek voortzetten.De start-up is nu volop in de weer om de app klinisch te laten valideren. Volgens dat scenario kunnen cardiologen de app voorschrijven aan hun patiënten. Maar zoals met andere apps die zich op de gezondheidszorg richten, is het probleem dat hiervoor geen regulerend kader bestaat. Daarnaast is er ook nog de vraag wie dat zal betalen: "Het Riziv? De patiënt zelf? Die zal dat misschien alleen willen als het terugbetaald wordt." Maar first things first: eerst moet bewezen worden dat de app ook effectief werkt. Momenteel lopen daar tests voor in het ZOL en Jessa Ziekenhuis.De eerste resultaten zijn veelbelovend, weten de oprichters. "In de zomer hopen we onze app op de markt te kunnen brengen", zegt Jo Van der Auwera. De top van de berg is in zicht. Dat is soms anders geweest. "Toen we begonnen, hadden we er niet bij stilgestaan wat er allemaal komt kijken bij zo'n goedkeuring van een medisch hulpmiddel", vertelt Kobe Leysen. "In het ZOL konden we alles rechtstreeks testen in het ziekenhuis. Er moet iets aangepast worden? Hup, terug naar de kelder. Nu moet elke kleine stap gedocumenteerd worden. Daar kruipt veel werk in." De avonden zijn soms lang. Maar de motivatie is groot. Jo Van der Auwera: "Het is bij voorkeur nu dat het moet gebeuren, niet als we 35 zijn, een huis moeten afbetalen en voor een gezin moeten zorgen."En als het van de oprichters afhangt, staat er nog heel wat te gebeuren. "De sensoren in smartphones bieden mogelijkheden om nog meer applicaties te maken, voor andere toepassingsgebieden." Volgens de start-up kunnen apps ook ziektes helpen voorkomen. Jo Van der Auwera: "Zo is het bijvoorbeeld haalbaar om grote groepen mensen te screenen op voorkamerfibrillatie, terwijl de huidige technologie dergelijke massascreenings niet toelaat." Aan ideeën geen gebrek dus. Maar als de oprichters iets hebben geleerd, zo vertrouwen ze me toe, dan is het wel dat je eerste ingeving vaak de beste is.