...

De vorige labelingsronde dateert uit 2013-2014. De bedoeling is dat er om de drie jaar een update zou komen van de criteria. Het heeft al meer dan vijf jaar geduurd - het werd dus wel tijd. De vorige labeling ging gepaard met zware incidenten en discussies, waarbij de neutraliteit van Ramit vzw (dat de tests uitvoert) en de top van het eHealth-platform in vraag werd gesteld. Het zat eHealth-baas Frank Robben zeer hoog. Het was duidelijk dat er veranderingen zouden komen. En die komen er ook.De nieuwe labeling is misschien langer uitgebleven dan de bedoeling is. Maar ondertussen vonden er wel 'minilabs' plaats. Die minilabs evalueren een bepaald onderdeel van het EMD - bijvoorbeeld of een huisartsenpakket goed werkt met de e-facturatie van MyCarenet. Of met het medicatieschema. Minilabs worden niet georganiseerd door het eHealth-platform, maar door de organisatie die verantwoordelijk is voor een dienst. Voor de e-facturatie is dat bijvoorbeeld het Nationaal Intermutualistisch College.Het onderscheid tussen de basislabeling voor het eHealth-platform en de modulaire labeling voor specifieke diensten in minilabs zal blijven bestaan. Voor de basislabeling blijft Ramit vzw de tests organiseren. Dat een pakket het basislabel krijgt, is heel belangrijk voor de gebruikers: een pakket gebruiken dat het laatste label heeft, blijft een voorwaarde om aanspraak te kunnen maken op de geïntegreerde premie.Anders dan de vorige keren komt er niet echt een 'labelingsronde', dat is: een soort examenperiode waarin alle pakketten de revue moeten passeren. En met, in principe, maar één herkansingsperiode. De producenten van de softwarepakketten kunnen zich aanmelden voor de test wanneer ze dat wensen. Ze kunnen ook zoveel herkansen als nodig is (en ze kunnen betalen). Maar er is wel een erg belangrijke beperking: pakketten moeten op tijd het label halen. Anders zetten ze hun gebruikers in de kou die ervan afhankelijk zijn voor hun premie, die toch enkele duizenden euro's kan bedragen.De nieuwe criteria werden op de vorige Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen van 18 maart rondgedeeld. Op 19 april wordt het document met de criteria 'bevroren', alleen vragen om verduidelijking zijn vervolgens nog mogelijk. Op 1 mei kunnen de tests in principe een aanvang nemen en in de loop van die maand wordt er een planning bekend gemaakt voor de te testen modules (met minilabs).De huidige criteria zijn vervat in een pdf-document dat 186 pagina's telt. Dat geeft meer uitleg bij de criteria dan in vorige versies gebruikelijk was. Er zijn steeds meer diensten waarmee de huisartsensoftware overweg moet kunnen. UPPAD bijvoorbeeld is het uniek 'loket' om de administratieve gegevens van professionals in de zorg te beheren. Je hebt MyHandicap, Bel-RAI, Euthaconsult, Orgadon,...Een belangrijkere vaststelling is dat de werkgroep die de criteria opstelde 'back to the basics' wou gaan. Men wil elementaire zaken veel meer standaardiseren: een meer uniforme structuur met vaste concepten die in ieder pakket terugkomen. Nu heeft een pakket het over een 'diagnose' als fundamenteel bouwblok, een ander over een 'probleem', nog een ander over een 'episode', een 'evaluatie', een 'zorgelement'. Er moet steeds eenzelfde concept genoemd kunnen worden dat alle pakketten hanteert.De levenscyclus van gegevens moet steeds herkenbaar zijn: is een gegeven nog 'actief', komt het op de antecedentenlijst, of wordt het gewoon gearchiveerd. Wanneer de data op een meer uniforme wijze georganiseerd worden, wordt het uiteraard ook makkelijker om ze uit te wisselen. Belangrijk is onder meer dat de huisarts SumEHR's aflevert die voor andere artsen ook echt bruikbaar zijn. Het SumEHR 'versie twee' zou minder tolerant moeten zijn voor storende lacunes enerzijds, en voor een opsomming van weinig belangrijke observaties anderzijds.