...

Het ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL) moest twee keer slikken toen het midden vorig jaar van de bijzondere belastinginspectie (BBI) twee boetes kreeg, samen goed voor 118 miljoen euro. Volgens de BBI waren de fiscale fiches voor de associaties van de ziekenhuisartsen onjuist opgesteld. Zieken - huizen hebben vaak geen zicht op hoe artsenmaatschappen de honoraria onderling verdelen en stellen daarom een enkele fiche voor de hele maatschap op.Slechte punten volgens de BBI want die heeft dan geen zicht op het belastbaar inkomen van de individuele artsen. Daarom kwamen de FOD Volks gezondheid en Financiën dit jaar met een richtlijn. Die stelt dat ziekenhuizen vanaf nu individuele fiches per associé moeten opstellen.Dat maakt de zaken complex volgens Henk Hemelaere van Deloitte. "Het lijkt eenvoudig", zegt hij, "om op het einde van het jaar de storting van het ziekenhuis lineair over de verschillende associés te verdelen." In veel associaties is de interne verdeling echter complex. "Je hebt artsen met een inloop - regeling, artsen die al uit de maatschap weg zijn, onderlinge overeenkomsten enzovoort", schetst de accountant. "Daardoor is de verdeling over de artsen meestal niet lineair."De oplossing voor dit alles? Een ouderwetse dubbele boekhouding. "Daarmee weet je op iedere moment de financiële positie van de associatie op zich en tussen de associatie en haar leden". Doorheen het boekjaar komt die dubbele boekhouding simpelweg neer op een inventarisering van alle kasbewegingen. Ze houdt bij wat het ziekenhuis aan de maatschap heeft gestort en wat die laatste aan de ledenartsen heeft doorgestort.Op het einde van het boekjaar maakt het ziekenhuis de afrekening van die maatschap en kan die laatste dat in haar resultatenrekening boeken. "Het ziekenhuis geeft de opbrengsten van de prestaties door, min de kosten, en dat is hetgeen de associatie toekomt. De winst, zeg maar", zegt Henk Hemelaere. "De associatie kan dat dan vergelijken met wat ze al van het ziekenhuis heeft ontvangen en hoeveel ze nog tegoed heeft", voegt hij toe.Daarnaast kan de maatschap de finale onderlinge verdeling onder haar leden boeken. "Stel dat een associatie van vijf artsen netto 1 miljoen euro van het ziekenhuis ontvangt", legt de accountant uit, "dan kan ze dat volgens de verdeling van het associatiecontract onder de leden wegboeken." Elke associé kan dat dan weer vergelijken met wat zij of hij onder het jaar al vanuit de maatschap heeft ontvangen. "De artsen weten dan perfect wat ze nog uitbetaald moeten krijgen en wat er nog aan erelonen via het derdebetalersysteem onderweg is."Volgens die onderlinge verdeling geeft de maatschap instructie aan het ziekenhuis voor het opstellen van de fiscale fiches. "In de praktijk zien we dat veel associaties de neiging hebben dat totaal bedrag van het ziekenhuis lineair te verdelen", zegt Henk Hemelaere. Daarin schuilt het risico in de personenbelasting over- of onderbelast te worden. "Veel artsen zijn niet bezig met die exacte verdeling. Ze krijgen die fiches en geven die aan hun boekhouder". Als de ziekenhuizen niet tijdig die informatie krijgen, moeten ze individuele fiches opmaken op basis van de RIZIV-gegevens. De kans bestaat dat dat niet overeenkomt met de stortingen van de associatie aan de artsen.De totale kost van zo'n dubbele boekhouding? "Verwaarloosbaar!", zegt Hemelaere. "Dat kost twee keer niks in vergelijking met de omzet waar het over gaat. En je wint enorm veel aan nauwkeurigheid en inzicht binnen de associatie. Ook al zitten vele niet in een vennootschapsvorm, toch zijn het bedrijven waar veel geld in omgaat."Dat financiële inzicht is cruciaal om in te spelen op bepaalde trends in de ziekenhuissector, zoals meer samenwerkingen en fusies tussen artsenassociaties. Met de ziekenhuisnetwerken moeten associaties met elkaar spreken rond mogelijke samenwerkingen. "We merken dat die gesprekken soms moeizaam verlopen omdat de financiële impact van zo'n samenwerking vaak moeilijk in te schatten is", stelt Hemelaere. "Daarvoor moet je je eigen cijfers kennen en onder controle hebben."Ook in hun relatie met ziekenhuizen hebben associaties baat bij beter financieel inzicht. "We zitten in een ziekenhuislandschap waar kosten naar associaties stijgen", zegt Henk Hemelaere. "Dankzij die dubbele boekhouding kunnen associaties ook met de ziekenhuizen rond de tafel zitten om te praten over de cijfers en de mogelijkheden om kosten terug te dringen.Sommige ziekenhuizen willen omwille van de BBI-heisa niet meer rechtstreeks betalen aan associaties die niet in de vorm van een vennootschap zitten. Die ziekenhuizen willen iedere maand een rechtstreeks bedrag aan de artsen storten. Wie hoeveel krijgt, dat moet de maatschap aan het ziekenhuis laten weten. "Dat is extreem onpraktisch", zegt Henk Hemelaere, "want dan moet je op het einde van het jaar de boekhouding van die maatschap omgekeerd gaan reconstrueren om te zien of iedereen juist uitbetaald is."Er zijn heel wat associaties die niet in een vennootschapsvorm zitten, maar wel een goed associatiecontract hebben. Volgens de Deloitte-accountant is het echter niet nodig voor artsenassociaties om massaal naar een vennootschapsvorm te gaan. "Het is wel aangeraden dat ze naar een systeem gaan waarin ze de kasbewegingen kunnen nagaan van wat de associatie van het ziekenhuis krijgt en wat elk lid vanuit de associatie krijgt", voegt hij toe.Het financiële hoofddoel van een associatie blijft transparantie. Zowel tussen de artsen onderling als tussen artsen en ziekenhuizen. Dat komt de langetermijnrelatie ten goede en geeft inzicht om in een snel veranderende omgeving de juiste beslissingen te nemen. De enige garantie voor ziekenhuizen om correct fiscale fiches op te stellen is de dubbele boekhouding.