De behandelend arts - huisarts of endocrinoloog/diabetoloog - moet bij het meedelen van de diagnose de patiënt ervan op de hoogte brengen dat hij wettelijk verplicht is zijn rijbewijs aan te passen. De arts maakt - om zich juridisch in te dekken - het best een aantekening in zijn elektronisch dossier dat hij de patiënt duidelijk heeft geïnformeerd. De huisarts of endocrinoloog geeft de patiënt bovendien een rijgeschiktheidsattest of een rijgeschiktheidsadvies mee. Nieuw is dat beide documenten tegenwoordig als e-form in het EMD van de huisarts zitten.

Rijgeschiktheidsattest

Met het rijgeschiktheidsattest kan de patiënt bij de gemeente een nieuw, aangepast rijbewijs halen. Dat moet binnen de vier werkdagen gebeuren. Het attest van de huisarts of endocrinoloog kan alleen gebruikt worden om een rijbewijs voor privégebruik (groep 1, zie noot) aan te vragen. Of de huisarts dan wel de endocrinoloog dit attest opmaakt, hangt af van de diabetesbehandeling. Wordt de patiënt alleen behandeld met leefstijlaanpassingen en met orale antidiabetica (patiënt met voortraject diabetes), of met maximaal twee injecties (GLP-1-analogen en/of insuline, cfr. zorgtraject) per dag, dan kan de huisarts dit attest afleveren.

Wanneer de patiënt een meer complexe behandeling nodig heeft (cfr. diabetesconventie in ziekenhuis) of wanneer er sprake is geweest van ernstige hypoglykemie (waarbij de patiënt hulp nodig heeft) of het gevaar van een 'hypo' reëel is, dan moet de patiënt voor een rijgeschiktheidsattest bij de endocrinoloog terecht.

Het aangepaste rijbewijs vermeldt geen diagnose - er staat wel een datum op tot wanneer het bewijs geldig is. Het rijbewijs kan daarnaast beperkende voorwaarden vermelden voor het rijden, bijvoorbeeld alleen rijden met bril, niet op autosnelweg, ...

De diabetespatiënt die nalaat een aangepast rijbewijs aan te vragen, is niet verzekerd en kan boetes of zelfs een gevangenisstraf krijgen. Dat geldt ook voor een voorlopig rijbewijs! De verzekeraar van de patiënt moet op de hoogte worden gebracht van het aangepaste rijbewijs - maar dient de diagnose niet te kennen. Een verzekeringsmaatschappij mag overigens niet weigeren een persoon te verzekeren wegens diabetes.

Professioneel vervoer

Is de patiënt een beroepschauffeur (groep 2: taxi, bus, betaald leerlingenvervoer, ... - zie noot) dan levert de arbeidsarts het rijgeschiktheidsattest af, na verplichtend advies van de huisarts of endocrinoloog die hun patiënt hiervoor een rijgeschiktheidsadvies meegeven. Voor dit advies kan de patiënt alleen maar bij de huisarts terecht als de patiënt enkel leefstijlaanpassingen volgt en/of bloedsuikerverlagende medicatie gebruikt die geen risico uitlokken van hypo's. In alle andere situaties dient een endocrinoloog het advies uit te schrijven.

Aandachtspunten

De arts vult op het rijgeschiktheidsattest of -advies altijd de datum in tot wanneer het aangepast rijbewijs geldig is (kruis op het attest niet 'onbeperkte geldigheidsduur' aan). Bij privévervoer (groep 1) is het aangepast rijbewijs maximum vijf jaar geldig, bij professioneel vervoer (groep 2) moet het zeker na drie jaar opnieuw worden verlengd. De arts die oordeelt dat een nieuwe evaluatie sneller nodig is, kan een kortere geldigheidsduur voor het rijbewijs opgeven.

De patiënt kan ook andere aandoeningen vertonen of complicaties van diabetes: oog, zenuwstelsel, hart- en vaatstelsel. Dan moet tevens een advies worden bijgevoegd van de betrokken specialist. Bij professioneel vervoer (groep 2) is een oogonderzoek verplicht. Het attest van het oogonderzoek mag bij de aanvraag van het aangepast rijbewijs hooguit zes maanden oud zijn.

Educatie

Om de arts te helpen bij het opstellen van het attest of advies heeft de Diabetes Liga evaluatieformulieren ontwikkeld: één voor privévervoer (groep 1) en één voor professioneel vervoer (groep 2). Die formulieren (sectie 1) zijn geïntegreerd in het e-form in het EMD: Diabetes rijgeschiktheidsattest groep 1 (attest voor privévervoer) en Diabetes rijgeschiktheidsadvies groep 2 (advies voor professioneel vervoer). De evaluatieformulieren helpen de arts ook te checken of de patiënt voldoende educatie heeft gekregen.

De diabetespatiënt die nalaat een aangepast rijbewijs aan te vragen, is niet verzekerd en kan boetes of zelfs een gevangenisstraf krijgen

De behandelend arts legt bij elke verlenging van de rijgeschiktheid uit hoe de patiënt de voortekenen van hypoglykemie kan herkennen, en wat hij kan doen om een hypo te voorkomen. De wet onderstreept het belang van diabeteseducatie, en stelt dat de arts bloedsuikerwaarden met de patiënt moet bespreken. De patiënt moet - bij risico op hypoglykemie - altijd een glucosemeter bij zich hebben en het best verricht hij/zij om de twee uur een meting bij een langere rit. Patiënten die bloedsuikerverlagende medicatie nemen moeten 'snelle suikers' bij de hand hebben.

Een praktische brochure van de Diabetes Liga bevat nog meer informatie over de wetgeving en tips voor de educatie. Deze brochure is gratis te downloaden en te bestellen via diabetes.be (diabetes.be.).

Noot

Rijbewijzen voor privévervoer (groep 1): AM, A1, A2, A, B, B+E, G

Rijbewijzen voor professioneel vervoer (groep 2): C1, C, C+E, C1+E, D1, D, D+E, D1+E, B+E afgegeven voor 01/05/2013

De behandelend arts - huisarts of endocrinoloog/diabetoloog - moet bij het meedelen van de diagnose de patiënt ervan op de hoogte brengen dat hij wettelijk verplicht is zijn rijbewijs aan te passen. De arts maakt - om zich juridisch in te dekken - het best een aantekening in zijn elektronisch dossier dat hij de patiënt duidelijk heeft geïnformeerd. De huisarts of endocrinoloog geeft de patiënt bovendien een rijgeschiktheidsattest of een rijgeschiktheidsadvies mee. Nieuw is dat beide documenten tegenwoordig als e-form in het EMD van de huisarts zitten. Met het rijgeschiktheidsattest kan de patiënt bij de gemeente een nieuw, aangepast rijbewijs halen. Dat moet binnen de vier werkdagen gebeuren. Het attest van de huisarts of endocrinoloog kan alleen gebruikt worden om een rijbewijs voor privégebruik (groep 1, zie noot) aan te vragen. Of de huisarts dan wel de endocrinoloog dit attest opmaakt, hangt af van de diabetesbehandeling. Wordt de patiënt alleen behandeld met leefstijlaanpassingen en met orale antidiabetica (patiënt met voortraject diabetes), of met maximaal twee injecties (GLP-1-analogen en/of insuline, cfr. zorgtraject) per dag, dan kan de huisarts dit attest afleveren.Wanneer de patiënt een meer complexe behandeling nodig heeft (cfr. diabetesconventie in ziekenhuis) of wanneer er sprake is geweest van ernstige hypoglykemie (waarbij de patiënt hulp nodig heeft) of het gevaar van een 'hypo' reëel is, dan moet de patiënt voor een rijgeschiktheidsattest bij de endocrinoloog terecht. Het aangepaste rijbewijs vermeldt geen diagnose - er staat wel een datum op tot wanneer het bewijs geldig is. Het rijbewijs kan daarnaast beperkende voorwaarden vermelden voor het rijden, bijvoorbeeld alleen rijden met bril, niet op autosnelweg, ... De diabetespatiënt die nalaat een aangepast rijbewijs aan te vragen, is niet verzekerd en kan boetes of zelfs een gevangenisstraf krijgen. Dat geldt ook voor een voorlopig rijbewijs! De verzekeraar van de patiënt moet op de hoogte worden gebracht van het aangepaste rijbewijs - maar dient de diagnose niet te kennen. Een verzekeringsmaatschappij mag overigens niet weigeren een persoon te verzekeren wegens diabetes. Is de patiënt een beroepschauffeur (groep 2: taxi, bus, betaald leerlingenvervoer, ... - zie noot) dan levert de arbeidsarts het rijgeschiktheidsattest af, na verplichtend advies van de huisarts of endocrinoloog die hun patiënt hiervoor een rijgeschiktheidsadvies meegeven. Voor dit advies kan de patiënt alleen maar bij de huisarts terecht als de patiënt enkel leefstijlaanpassingen volgt en/of bloedsuikerverlagende medicatie gebruikt die geen risico uitlokken van hypo's. In alle andere situaties dient een endocrinoloog het advies uit te schrijven. De arts vult op het rijgeschiktheidsattest of -advies altijd de datum in tot wanneer het aangepast rijbewijs geldig is (kruis op het attest niet 'onbeperkte geldigheidsduur' aan). Bij privévervoer (groep 1) is het aangepast rijbewijs maximum vijf jaar geldig, bij professioneel vervoer (groep 2) moet het zeker na drie jaar opnieuw worden verlengd. De arts die oordeelt dat een nieuwe evaluatie sneller nodig is, kan een kortere geldigheidsduur voor het rijbewijs opgeven. De patiënt kan ook andere aandoeningen vertonen of complicaties van diabetes: oog, zenuwstelsel, hart- en vaatstelsel. Dan moet tevens een advies worden bijgevoegd van de betrokken specialist. Bij professioneel vervoer (groep 2) is een oogonderzoek verplicht. Het attest van het oogonderzoek mag bij de aanvraag van het aangepast rijbewijs hooguit zes maanden oud zijn. Om de arts te helpen bij het opstellen van het attest of advies heeft de Diabetes Liga evaluatieformulieren ontwikkeld: één voor privévervoer (groep 1) en één voor professioneel vervoer (groep 2). Die formulieren (sectie 1) zijn geïntegreerd in het e-form in het EMD: Diabetes rijgeschiktheidsattest groep 1 (attest voor privévervoer) en Diabetes rijgeschiktheidsadvies groep 2 (advies voor professioneel vervoer). De evaluatieformulieren helpen de arts ook te checken of de patiënt voldoende educatie heeft gekregen. De behandelend arts legt bij elke verlenging van de rijgeschiktheid uit hoe de patiënt de voortekenen van hypoglykemie kan herkennen, en wat hij kan doen om een hypo te voorkomen. De wet onderstreept het belang van diabeteseducatie, en stelt dat de arts bloedsuikerwaarden met de patiënt moet bespreken. De patiënt moet - bij risico op hypoglykemie - altijd een glucosemeter bij zich hebben en het best verricht hij/zij om de twee uur een meting bij een langere rit. Patiënten die bloedsuikerverlagende medicatie nemen moeten 'snelle suikers' bij de hand hebben.