...

Bij de deelnemers aan het bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker waren 75% van de opgespoorde kankers in een vroeg stadium (in situ, stadium I). Bij niet-deelnemers bedroeg dit percentage 'slechts' 41%.Recente cijfers van de Stichting Kankerregister voor 2017 tonen aan dat er significant minder vergevorderde darmkankers zijn (stadium II, III en IV) dan voor 2013. Ook het aantal voorlopers van dikkedarmkanker (poliepen) die opgespoord en verwijderd worden sinds de screening, blijft hoog De verwachting is dat deze gunstige trend zich verder zal doorzetten in de komende jaren. Men wil daarom vanaf volgend jaar o.a. ook de 50-jarigen uitnodigen voor deze screening.In Vlaanderen worden vrouwen tussen 50 en 69 jaar om de twee jaar uitgenodigd om zich aan te dienen voor het bevolkingsonderzoek borstkanker. 62,5% van de vrouwen gaat hier ook effectief op in, wat staat voor een dekkingsgraad die de Europese richtlijn benadert. Ook hier werpt de screening zijn vruchten af. Er worden beduidend minder vergevorderde borstkankers gediagnosticeerd en beduidend meer vroegtijdige borstkankers opgespoord in vergelijking met vrouwen die zich nooit laten screenen. Het risico op nadelen van de screening, zoals overdiagnose en foutpositieve resultaten is hoger wanneer men zich laat screenen buiten het programma van het bevolkingsonderzoek.Tegen 2020 wil men naar een vergelijkbare dekkingsgraad (65%) streven voor de screening naar baarmoederhalskanker d.m.v. een uitstrijkje. Verontrustend hier is dat screening door de jongste groep vrouwen (tussen 25 en 29 jaar) jaar na jaar blijft dalen. Anderzijds laten vrouwen na de menopauze zich juist meer screenen. Wellicht is dit het effect van de campagne over het nut van een uitstrijkje na de menopauze. Men wil daarom nu ook de aandacht van de jongste groep vrouwen vestigen op het blijvende nut van een uitstrijkje, ook na vaccinatie.